Blog
Geplaatst op woensdag 19 oktober 2022 @ 16:23 door Calamandja , 588 keer bekeken
Carthago en Alexandrië waren gekende havensteden in de oudheid. Maar het was het minder bekende Byblos dat uitgroeide tot de eerste internationale haven. Een tentoonstelling laat nu zien waarom.
Het verhaal van Byblos is de geschiedenis van een kleine nederzetting die uitgroeit tot een welvarende havenstad. De eerste tekenen van bewoning in Byblos, dat nu Jbeil heet en zo’n 40 kilometer ten noorden van Beiroet ligt, dateren van ruim achtduizend jaar geleden. Aan het begin van het vierde millennium voor Christus is Byblos nog een van de havens in de Levant. Maar vanaf 3400 voor Christus begint de stad zich in rap tempo te ontwikkelen tot de belangrijkste haven in de regio.
De troefkaart van Byblos is cederhout. Het is een harde houtsoort die toch makkelijk te bewerken is, het rot bijna niet en uit de soms wel 40 meter hoge bomen kunnen eenvoudig lange, rechte planken worden gezaagd. Daarnaast scheiden de bomen ook een goede kwaliteit hars af. Het maakt cederhout zeer geliefd bij de Egyptenaren. Zij beschikken in hun eigen land niet over hoogwaardige houtsoorten en gebruikten cederhout om zeewaardige schepen te bouwen, die ze Byblosboten noemen. Ook hebben ze het hout nodig voor de deuren en daken in tempels en paleizen en voor hun sarcofagen, kisten en beelden.
Bovendien kunnen ze de hars goed gebruiken bij de mummificatie van hun doden. Het is geen toeval dat rond de tijd dat het eerste cederhout in Egypte opduikt, de farao’s ook de eerste experimenten met mummificatie uitvoeren.
Dat Byblos in Libanon zich ontwikkelt tot hofleverancier van de Egyptenaren is ook te danken aan de gunstige locatie van de stad. Byblos is namelijk niet alleen de zuidelijkste haven die toegang heeft tot de cederwouden, maar ligt ook vlakbij de Ibrahim-rivier, een van de weinige rivieren die geschikt is om het cederhout vanuit de bergen te laten afzakken naar de kust. En Byblos ligt dicht bij de bergpas die de kustregio verbindt met het achterland. Zo heeft de stad ook toegang tot de handelsroutes naar Noord-Syrië en de Eufraat, wat Byblos een zeer strategische positie geeft.
De relatie tussen Egypte en Byblos neemt vanaf 3400 voor Christus een vlucht, weet de Australische archeoloog Karin Sowada. “We zien vanaf dat moment in Egypte een toename van geïmporteerde goederen uit de Levant. En rond die tijd duikt cederhout voor het eerst op in Egyptische graven.” Het zorgt ervoor dat Byblos de eerste internationale haven wordt en een trefpunt van culturen. En het maakt van Byblos een ongekend rijke stad. Nergens in de Levant zijn zoveel gouden en Egyptische voorwerpen gevonden als in Byblos.
In de tentoonstelling ‘Byblos. ’s Werelds oudste havenstad’, in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, zijn vele voorwerpen te zien die de enorme rijkdom van Byblos illustreren. Zo is er een prachtig bewerkte dolk van goud, zilver en ivoor. Net als gouden sieraden en een kist en vaas van obsidiaan en goud, afkomstig uit de graven van de koningen van Byblos.
De koningen van Byblos gebruikten de Egyptische cultuur graag om hun eigen status te verhogen, vertelt David Kertai, conservator van de collectie oude Nabije Oosten. “De koningen lieten zichzelf afbeelden als farao en zetten hun naam in een cartouche. Iets wat alleen Egyptische farao’s mochten doen. Ook gaven ze zichzelf de Egyptische eretitel van gouverneur.”
De bijzondere relatie tussen Byblos en Egypte kent ook een religieuze component, zegt Kertai: “Al in de tijd van de piramiden werd de belangrijkste godin van Byblos, de Dame van Byblos, door de Egyptenaren gelijkgesteld aan een van hun belangrijkste goden Hathor, die werd geassocieerd met verre landen. Dat maakte Byblos uniek. Het was aan de hele oostkust van de Middellandse Zee de enige plaats waar een belangrijke Egyptische godin woonde. In de regio woonden vele kleine koninkjes met wie de farao’s geen handel konden drijven, omdat dat beneden hun waardigheid was. Maar door de connectie met Hathor konden de Egyptenaren wel geschenken uitwisselen met de koningen van Byblos.”
Zo nemen de Egyptenaren geschenken mee als als goud, linnen, ivoor en stenen vazen. In ruil daarvoor krijgen de farao’s cederhout, hars, lapis lazuli, zilver en aardewerk. Waarbij de farao’s wel zo slim zijn dat ze een lijstje meesturen met de ‘geschenken’ die ze willen ontvangen.
Hoewel Egypte duidelijk de bovenliggende partij was, waren de contacten tussen Egypte en Byblos geen eenrichtingsverkeer, zegt Sowada: “Er was een culturele uitwisseling. Uit de kleitabletten van Ebla rijst het beeld van een vroeg geglobaliseerde wereld. En uit deze teksten blijkt ook dat afgezanten uit Byblos naar Egypte gingen als onderdeel van een officieel bezoek aan het Egyptische hof. Ook weten we dat aardewerk uit Byblos door de Egyptenaren als prestigieus werd beschouwd omdat het van overzee kwam en via koninklijke expedities was verkregen. Het werd door de farao als prestigeobjecten aan zijn entourage geschonken.”
Veel van de kennis over Byblos komt uit opgravingen in de stad, waar onder meer koningsgraven, een obeliskentempel en een paleis zijn gevonden. Maar uitgerekend de locatie van de haven was tot voor kort onbekend. Lang werd gedacht dat de kleine vissershaven ten noorden van de stad ook de locatie van de historische haven was. Maar de Britse pionier van de onderwaterarcheologie Honor Frost zette daar in de jaren zestig al vraagtekens bij. Egyptische teksten stellen namelijk dat er soms wel twintig schepen van zo’n 26 meter lang tegelijk in de haven lagen. De vissershaven is veel te klein om zoveel schepen te herbergen.
Waar lag de haven van Byblos dan wel? De Libanese maritiem archeoloog Martine Francis-Allouche startte tien jaar geleden met haar team een zoektocht. Ze zochten 10 kilometer kust af, eerst ten noorden van Byblos. Deze locatie viel snel af, omdat de kust hier te rotsachtig en de zee te ondiep was om grote schepen te laten aanmeren.
Daarop verlegden ze hun zoektocht naar het gebied ten zuiden van Byblos. Daar stuitten ze op een veelbelovende locatie. Scans en boringen toonden aan dat het om een dichtgeslibde baai van 10.000 vierkante meter ging. Verder onderzoek liet zien dat de oorspronkelijke zeebodem hier uit zand bestond, zodat de schepen veilig de haven konden binnenvaren, en dat de haven 2 tot 4 meter diep was geweest. Diep genoeg voor de Egyptische Byblosschepen. Ook werd de haven beschermd tegen de zeestromingen door een klein eiland voor de kust.
Het leidt volgens Francis-Allouche dan ook geen twijfel dat deze baai de locatie van de haven was. “Want er is voldoende ruimte, diepgang en bescherming tegen de stromingen.” Die conclusie werd bevestigd door een testopgraving op de plek waar mogelijk de kade heeft gelegen. “Daar vonden we een enorm stenen anker op een diepte van 4 meter. En inmiddels is er in het zuiden van de stad ook een grote poort gevonden, die vrijwel zeker de belangrijkste toegang tot de stad vormde.”
Rest nog één vraag: hoe zag de haven eruit? Was het een natuurlijke baai of hadden de Byblos-koningen hier een haven gebouwd? Francis-Allouche kan niet wachten tot de opgravingen starten en weet precies waar ze wil beginnen: op de plek waar de zanderige bodem overgaat in rotsen. Als ze daar sporen van een kade vindt, zal het laatste raadsel van de haven van Byblos opgelost zijn.
De tentoonstelling ‘Byblos. ’s Werelds oudste havenstad’ is tot en met 12 maart 2023 te zien in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.
Bron: Saskia Bosch, Trouw.nl, 15 oktober 2022
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Ik ben geweest en het is echt de moeite waard