Blogposts

Blog

Geplaatst op donderdag 16 januari 2025 @ 15:17 door Calamandja , 41 keer bekeken

De Belgen hebben Ambiorix, de Britten hebben Boudica. Dat die laatste een vrouw was, was niet uitzonderlijk in het Engeland van de ijzertijd. Genetici hebben bewijs gevonden van ‘matrilokale’ gemeenschappen.

 
door Senne Starckx; De Standaard, 16 januari 2025

 
De geschiedschrijving over Groot-Brittannië begint in het jaar 55 voor Christus. Toen zette Julius Caesar voor het eerst voet op Britse bodem. De Romeinse veroveraar schreef erover in zijn De bello Gallico. Groot-Brittannië veroveren was er niet bij voor Caesar, maar dat weerhield hem er niet van om wat op te steken over de Keltische stammen die het eiland bevolkten. Zo schreef hij dat sommige Britse vrouwen er meerdere echtgenoten op nahielden. Vanuit het patriarchale Romeinse perspectief moet dat vreemd, zelfs exotisch hebben geklonken.

Bij opgravingen blijken de graven met de kostbaarste grafgiften steevast van vrouwen te zijn

Ook andere Romeinse auteurs schreven over de grote vrijheid en zelfs macht die Britse vrouwen hadden. Tacitus tekende bijvoorbeeld de verhalen op van Cartimandua, een Keltische koningin die in de eerste eeuw na Christus over Noord-Engeland heerste, en van Boudica, een andere koningin en de leidster van een grote opstand in 61 tegen de Romeinse bezetter. In Groot-Brittannië heeft Boudica als verzetsheldin een status vergelijkbaar met die van Ambiorix in België. In Westminster, hartje Londen, staat een standbeeld van haar.

Maar hoe waarheidsgetrouw zijn die Romeinse verhalen? Aan het bestaan en de wapenfeiten van vrouwen als Boudica en Cartimandua wordt niet echt getwijfeld, maar de Romeinse geschiedschrijvers zijn er wel van beschuldigd dat ze de sterke positie van vrouwen in Groot-Brittannië bewust hebben aangedikt – in een poging om de Britten als een ongetemd volk af te schilderen.

 
Stammoeder

 
De archeologie en de genetica geven Caesar, Tacitus et al. nu echter gelijk. Op een begraafplaats in Zuid-Engeland, daterend uit de eerste eeuw voor en de eerste eeuw na Christus, is duidelijk bewijs van zogenoemde ‘matrilokaliteit’ gevonden. Bij deze praktijk verhuizen mannen als ze huwen naar de gemeenschap van hun aanstaande vrouw – en niet omgekeerd, zoals in de geschiedenis meestal de regel was. Een matrilokale inrichting van de samenleving kan inhouden dat vrouwen een belangrijkere rol spelen en meer vrijheid en macht genieten. Bezittingen zoals grond worden daarbij bijvoorbeeld niet overgeërfd van vader op zoon, maar van moeder op dochter.

Uit menselijke resten uit de begraafplaats kon DNA worden gehaald van meer dan vijftig individuen, wat genetici in staat stelde ene stamboom op te stellen. Die bleek vooral via de moederlijke lijn te vertakken. Bovendien komen de verschillende afstammingen helemaal boven aan de stamboom samen bij één enkele vrouw, de ‘stammoeder’. Het onderzoek, geleid door Ierse en Britse vorsers, werd deze week beschreven in Nature.

De begraafplaats werd gebruikt door een gemeenschap die in de laatste eeuwen van de Britse ijzertijd (ca. 800 v.Chr tot 100 n.Chr.) in Zuid-Engeland leefde, in het huidige graafschap Dorset. De begravenen behoorden tot de Keltische stam van de Durotriges. Dat er van zoveel mensen DNA bewaard is gebleven, is uitzonderlijk voor de ijzertijd. De genetici werden geholpen door de zorgvuldige manier waarop de Durotriges hun doden begroeven: in foetushouding in een ovale kuil, waardoor de resten als het ware werden samengebald. Archeologen hadden trouwens al vermoedens dat de Durotriges matrilokaal leefden. Bij opgravingen blijken de graven met de kostbaarste grafgiften steevast van vrouwen te zijn.

 
Geen uitzondering

 
De Durotriges lijken geen uitzondering te zijn geweest in het Engeland van de ijzertijd. Hoewel er op andere begraafplaatsen veel minder DNA is gevonden, wijzen eerdere analyses van dat schaarse DNA (die de genetici hebben herbekeken) in dezelfde richting. Zo is de genetische diversiteit van mitochondriaal DNA (dat van moeder op kind overgaat) op verschillende ijzertijdsites, van Cornwall in het zuidwesten tot in Yorkshire in het noorden, opvallend laag. De diversiteit in het mannelijke Y-chromosoom ligt dan weer hoog. Dat is typisch voor gemeenschappen waarbij lokale vrouwen mannen van buiten de dorpsgrens huwen.

Matrilokaliteit kan voortkomen uit oorlog, waarbij mannen lang van huis zijn om te vechten. Thuis zijn het dan de vrouwen die de boel bestieren. Vondsten van vestingwerken, wapens en menselijke resten met duidelijke sporen van geweld doen vermoeden dat Engeland in de eeuwen vóór de komst van de Romeinen niet bepaald een vredige plek was. Mensen worden gevormd door de tijd waarin ze leven. In de ijzertijd zwaaiden iron lady’s zoals Boudica de plak in Engeland.



Reacties

Er zijn nog geen reacties geplaatst.

Plaats een reactie

Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.