Blog
Geplaatst op maandag 15 februari 2021 @ 11:20 door Calamandja , 664 keer bekeken
In een vijfduizend jaar geleden gesloopte steencirkel in Wales is de precieze afdruk gevonden van een steen die nu onderdeel is van Stonehenge. Het bekende prehistorische monument lijkt gebouwd door migranten uit Wales.
Een deel van de stenen van het bekende prehistorische monument Stonehenge in Wiltshire, Zuid-Engeland, is al eerder gebruikt voor een steencirkel in Waun Mawn, in Pembrokeshire, West-Wales. Die nu grotendeels leeggehaalde steencirkel ligt op ruim 200 kilometer afstand van Stonehenge, maar slechts een paar kilometer van de plaatsen in de Preseli-heuvels waar de ‘blauwe stenen’ van Stonehenge waarschijnlijk zo’n 5.400 jaar geleden zijn losgehakt. De blauwe stenen, die hun naam ontlenen aan de blauwe tint die vooral ontstaat als ze nat zijn of vers gehouwen, zijn de kleinere stenen van Stonehenge, een paar meter hoog en een paar ton zwaar per stuk.
Dat deze stenen uit Wales eerst ter plekke kunnen zijn gebruikt voor een steencirkel werd al vermoed in 1923, toen de verre herkomst van deze Stonehenge-stenen werd ontdekt. Na tien jaar zoeken hebben de archeologen van het Stones of Stonehenge-project, onder leiding van Mike Parker Pearson (University College London) nu eindelijk een (leeggehaalde) steencirkel uit de juiste periode gevonden: na 3.400 voor Christus, maar vóór de eerste bouwfase van Stonehenge, die circa 3.000 voor Christus begon. Bovendien is in een van de lege steengaten van Waun Mawn precies de afdruk te zien van de ongewone vijfhoekige voet van bluestone nr. 62 die nu in Stonehenge staat. De archeologen publiceerden hun nieuwe dateringen en andere conclusies vrijdag in Antiquity (online).
Midzomerdag
De cirkel van Waun Mawn – die ooit dertig á vijftig stenen telde, waarvan er nu nog vier op de plek zelf staan – is vermoedelijk ergens rond 3.300 voor Christus gebouwd, en daarmee een van de oudste (voormalige) steencirkels in Brittannië. De steencirkels vormen een onderdeel van een al langer bestaande Europese cultuur van megalithische monumenten, waartoe ook de hunebedden horen. Die cultuur verspreidde zich al vanaf 4.500 voor Christus snel over West-Europa. Stonehenge bleef in verschillende bouwfases in gebruik tot ongeveer 1.600 voor Christus.
Er zijn ook structurele overeenkomsten tussen Stonehenge en Waun Mawn. De ring van stenen (nu dus vooral gaten) in Waun Mawn is bijvoorbeeld ongewoon groot, 110 meter in diameter, maar de gracht die in de eerste fase om Stonehenge is gegraven is precies even groot. En net als Stonehenge zijn de openingen in de Waun Mawn-cirkel georiënteerd op de zonsopkomst van midzomerdag.
De archeologen zien in hun vondst een nieuwe aanwijzing dat de eerste fase van Stonehenge is gebouwd door immigranten uit Wales, die daarvoor dus stenen van hun oude heiligdom meenamen. Op de nieuwe plek op het Salisbury Plain van Wiltshire werden weer gewoon dezelfde samenkomsten gehouden als in Wales, schrijven de archeologen in Antiquity, met die meegenomen stenen als concrete herinnering aan de oude identiteit en aan de achtergebleven voorvaderen uit Wales. De vier stenen die nog altijd in Waun Mawn staan, zouden dan misschien het symbool zijn geweest voor achterblijvers die niet meegingen met de migratie, aldus de onderzoekers.
Koe uit Wales
Het nieuwe verband met West-Wales komt boven op een andere ontdekking waarbij ook Parker Pearson betrokken was, van een paar jaar geleden. Vier van de 25 individuen die tijdens de eerste bouwfase in Stonehenge begraven zijn, bleken de laatste jaren van hun leven in West-Wales te hebben geleefd, getuige de isotopenverhoudingen in hun botmateriaal. Er werden toen ook botten van een koe gevonden die eerder lang in Wales had geleefd.
Die migratietheorie biedt bovenal een duidelijk antwoord op de vraag waarom de bouwers van Stonehenge ooit zoveel moeite hebben gedaan om die ‘blauwe stenen’ van een paar duizend kilo per stuk over honderden kilometers te verslepen. Dat moet gebeurd zijn op houten rollen of op sledes die glad gemaakt werden met dierenvet, maar mogelijk werden de megalieten ook in grote schepen over het water van het Kanaal van Bristol vervoerd – bij rustig weer. En dat terwijl er 5.000 jaar geleden op het Salisbury Plain best alternatieve, nabije steenbronnen bestonden, die ook daadwerkelijk gebruikt zijn. Want lang niet álle stenen van Stonehenge komen uit Wales. Nu zijn er nog ongeveer honderd stenen over, maar oorspronkelijk zijn er naar schatting zo’n 160 gebruikt. De helft daarvan waren waarschijnlijk ‘blauwe stenen’ uit Wales, maar de andere, de ‘sarsen-stenen’, komen uit West Woods, 25 kilometer ten noorden van Stonehenge. De bekende ‘trilieten’ die het beeld van Stonehenge bepalen – met een dwarssteen op twee staande stenen – zijn gebouwd van deze sarsen-stenen. Net als de blauwe stenen zijn die sarsen-stenen een paar meter hoog, maar omdat ze breder zijn, zijn ze zwaarder: enkele tienduizenden kilo’s per stuk. De sarsen bestaan uit zandsteen, de blauwe stenen uit vulkanisch gesteente.
Doleriet
Niet alle blauwe stenen van Stonehenge, waarvan er nu nog 44 over zijn, komen overigens uit Waun Mawn, en misschien zelfs maar drie. Uit de achtergebleven stenen en steenfragmenten wordt afgeleid dat in Waun Mawn slechts één bepaald steentype is gebruikt: ongevlekt doleriet. En van dat type zijn er in Stonehenge maar drie terug te vinden. De andere blauwe stenen, die overigens ook uit de Preseli-heuvels komen, zijn van een ander type (meestal gevlekt doleriet). De blauwe stenen die niet uit Waun Mawn komen zijn dus misschien speciaal uitgehakt voor Stonehenge maar even goed kunnen ze afkomstig zijn van ándere gesloopte steencirkels in West-Wales die nog niet gevonden zijn. De zoektocht door Park Pearson en zijn team naar de precieze herkomst van de blauwe stenen is dus nog lang niet voorbij. NRC Handelsblad
Bron: Hendrik Spiering, De Standaard, 15 februari 2021.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te mogen plaatsen. Klik hier om in te loggen.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst.