Geplaatst op zaterdag 18 januari 2003 @ 18:08 , 2456 keer bekeken
De Harappa beschaving is genoemd naar het plaatsje waar in de jaren '20 van de vorige eeuw de eerste opgravingen plaatvonden.
Vijfduizend jaar geleden, in het toen nog zeer vochtige klimaat van de rivierdalen van de Indus en de nu al lang opgedroogde Sarasvati, ontstond een beschaving die zich in leven hield met tuinbouw. Er ontstonden op gegeven moment landbouwoverschotten boven wat nodig is voor de consumptie. In kleine steden vestigden zich ambachtslieden, die b.v. goud smeedden en stenen polijstten. Vrouwen namen een sterke positie in. Deze beschaving kende een schrift, dat helaas tot op heden niet is ontcijferd. Er waren handelscontacten met de beschavingen in de rivierdalen van Tigrus en Eufraat. Er zijn daar zegels van de Harappans gevonden met afbeeldingen van o.a. een eenhoornige godheid, die als voorloper van Shiva wordt gezien.
In tegenstelling tot de steden van de patriarchale beschavingen elders in dezelfde periode, waren de steden van de Harappans gepland. De huizen werden in rechte lijnen langs straten gebouwd, die elkaar op een hoek van 90 graden kruisten. De steden werden regelmatig door overstromingen verwoest en volgens het grondplan herbouwd. De archeologen hebben zich verbaasd over het feit dat deze beschaving niet zoals elders grootse openbare gebouwen oprichtte of grote bouwwerken met een religieuze functie, of enorme, beelden van goden of heersers, liefst vergulde. De Harappans gebruikten hun edele metalen voor het versieren van de mensen, en ... de export! Ook de landbouwoverschotten en een deel van de visvangst werden geruild met producten van andere culturen. De stedenbouw is puur gericht op het welzijn van de bewoners. Zo is er een ontwikkeld rioleringsstelsel, een zeer belangrijke voorwaarde voor volksgezondheid. :
![](http://www.clubs.nl/ClubsData/49000/incoming/harappa priest.jpg)
In de huizen zijn badinrichtingen, grote bassins omgeven door zuilengalerijen. Hier, dus in kleine kring, zouden zich riten afgespeeld hebben, getuige de gevonden kleine afbeeldingen van mensen, dieren, enzovoort. Er zijn ook geen aanwijzingen van een overheersing door priesters. Er bestaat wel een portret van een man (links), die een hoofdband voor zijn derde oog-chakra draagt. Uit kleipoppetjes, gevonden in de huizen, is afgeleid dat de Harappans yoga beoefenden.
De Harappa-beschaving is waarschijnlijk door klimaatverandering en de daaropvolgende uitdroging ten einde gekomen. De laatste resten lijken te zijn opgeruimd door de Arische invasie vanuit het noorden. De Ariërs waren nomaden die vee hoedden. De Veda's verhalen van deze invasie door het Heersersvolk en de daaropvolgende onderdrukking van de Harappans, die worden omschreven als demonen. De legeraanvoerders worden natuurlijk goden. Het kastenstelsel ontwikkelt zich steeds verfijnder. Degenen die zich niet onderwerpen, worden beschouwd als kasteloos en onaanraakbaar. Zij worden verbannen naar de omgeving van de crematiegronden. De Ariërs zijn erg bang voor de dood en verbranden hun doden in tegenstelling tot de overwonnenen die hun doden begraven.
Al vanaf het begin van het vierde millennium vertoont het aardewerk in verscheidene nederzettingen aan de Indusdalvallei gelijkaardige kenmerken en tegen het midden van het derde millennium v. Chr. kan gesproken worden van een uniforme cultuur, die zich uitstrekte over grote delen van het tegenwoordige Pakistan en het noordwesten van India rond de Indus en zijn bijrivieren. Rond 2500 v. Chr. bereikte de Indusdalcultuur haar hoogtepunt en die zal 1000 jaar duren. Alle steden, zoals Harappan en Mohendjo Daro - beide in Pakistan, vertonen gelijkaardige kenmerken. De bakstenen, die werden gebruikt hebben allen dezelfde afmetingen en vorm. De stadsplattegronden zijn volgens hetzelfde principe aangelegd en in alle steden kan hetzelfde netwek van riolering teruggevonden worden. In de grootste steden, zoals Harappa en Mohendjo Dora werden uitgestrekte graanopslagplaatsen en enorme baden teruggevonden. Verschillende dieren, zoals zebu's (een soort koe), geiten en waterbuffels waren gedomesticeerd. Ze cultiveerden graan, bonen, sesam en tarwe. Ze waren waarschijnlijk de eersten om katoen te produceren en te gebruiken voor stoffen. Er werd handel gevoerd over land en over zee. Ze importeerden goud, zilver, koper en half-edelstenen uit Perzie, Afghanistan, Centraal-Azie, Mesopotamië en Zuid-India. Het belangrijkste exportprodukt was waarschijnlijk katoen.
De grote hoeveelheid zegels, die zijn teruggevonden in de sites, suggereren dat elke handelaar of handelaarsfamilie zijn eigen zegel had (meestal rechthoekig en gemaakt uit steatiet, die daarna wordt gebakken). Op al die zegels zijn inscripties gevonden die nog niet ontcijferd zijn (een 400-tal karakters zijn geïdentificeerd). Behalve inscripties zijn op deze zegels afbeeldingen van ossen, buffels, geiten, tijgers en olifanten terug te vinden. Een van de beroemdste scènes laat een gehoornde god zien die veel gelijkenissen vertoont met de latere Hindugod Shiva. Andere zegels laten ook nog overeenkomsten zien met de latere Hindoeïstische en Boeddhistische religies, zoals afbeeldingen met het aanbidden van de pipalboom.
Monumentale sculptuur is niet teruggevonden, wel een groot aantal terracottafigurines van een 'moedergodin'. Ook een steatieten buste van een man, naar men aanneemt een priester, is teruggevonden.
Het plotse verdwijnen van de Indusdalbeschaving zorgt voor speculaties. Lang werd aangenomen dat invasies vanuit het noordwesten hiervoor aan de basis lagen, maar recent onderzoek heeft uitgewezen dat tektonische bewegingen rond 1700 v. Chr. een reeks overstromingen op gang hebben gebracht en zo voor het ineenstorten van de cultuur hebben gezorgd (cf. de recente aardbeving in
Gujarat).