Hadrianus. De rusteloze keizer.

Geplaatst op vrijdag 02 april 2010 @ 20:49 , 3023 keer bekeken

Hadrianus

Hadrianus (76-138) wordt beschouwd als een van de belangrijkste Romeinse keizers. Hij heerste over het Romeinse rijk toen het op zijn hoogtepunt was. Hij was slim en tactisch; hij wist dat verdere uitbreiding van het grondgebied zich op den duur tegen het Romeinse rijk zou keren en dat het uiteindelijk ineen zou kunnen storten. Meer dan enig andere keizer hield Hadrianus van poëzie en filosofie. Hij maakte de Romeinen vertrouwd met de Griekse kunst en wetenschap, en hij reisde door het hele Romeinse rijk, dat zich in zijn tijd uitstrekte van Spanje tot Turkije en van de Zwarte Zee tot Marokko.Hij liet imposante bouwwerken na, waaronder ‘zijn’ Villa Adriana in Tivoli en de beroemde Muur van Hadrianus in Noord-Engeland.

Hadrianus, Anthony  EverittIn deze biografie schetst Anthony Everitt de chaotische tijd waarin Hadrianus heerste, maar schrijft ook over zijn woelige privéleven: over het ongelukkige en kinderloze huwelijk met Sabina en zijn gedoemde relatie met de jonge Griek Antinoüs, de liefde van zijn leven. Op basis van nieuw, recent ontdekt archeologisch materiaal werpt Everitt een nieuw licht op een van de meest charismatische figuren uit de klassieke geschiedenis.


Er verschenen recent indrukwekkende Engelstalige biografieën van Romeinse machthebbers die vaak ook in het Nederlands worden vertaald: Cicero, Caesar, Augustus, Trajanus, Marcus Aurelius... De bejubelde Brit Anthony Everitt sluit zijn Romeinse biografieëntrilogie na Cicero en Augustus af met keizer Hadrianus (76-138), de man die het verstandig vond het Romeinse Rijk niet meer uit te breiden en de grenzen te bemuren. Hadrian"s wall, weet u wel. Hadrianus was ook van jongs af een grote graecofiel en, zoals de meeste Romeinen, een fervente antisemiet. Tacitus stierf in de eerste jaren van zijn bestuur.
Bij Hadrianus zat Everitt met een probleem: de bronnen over zijn leven blijven ondanks recente archeologische vondsten schaars, wat je van Cicero en Augustus niet kunt zeggen. Everitt speelt daarover open kaart en lost het probleem op door in zijn turf (te?) veel pagina"s te wijden aan de voorgeschiedenis en de context waarin Hadrianus leefde en door contemporaine auteurs te raadplegen. Hierdoor is zijn boek ook een knap geschreven (en goed vertaalde) introductie in de Romeinse eerste en tweede eeuw geworden.

In de Villa van Hadrianus in Tivoli bij Rome, een kleine stad en een miniatuurversie van het internationale imperium, stonden naar verluidt veertig standbeelden van zijn geliefde Antinoös, die jong stierf en vergoddelijkt werd. Hadrianus" liefdesaffaire met de jongeman is wel het bekendste facet van zijn leven. Everitt heeft de passende aandacht voor wat we daarvan weten en de bijbehorende hypotheses, net als voor de onvermoeibare reiziger, de believer in astrologie, de bouwheer, de mislukte echtgenoot en de intelligente bestuurder Hadrianus. Hij was overigens ook een kwaadaardige, zelfingenomen en genadeloze vent. Veel raadsels over hem blijven raadsels, ook na driehonderd bladzijden. Maar wie dichter bij de historische Hadrianus wil komen dan door de lectuur van Marguerite Yourcenar, kan bij Everitt terecht.

Bestand:NAMA Antinoüs.jpg
Buste van Antinoüs

FRAGMENT

  Hadrianus leefde in een roerige, opwindende tijd. Hij regeerde over het Romeinse Rijk in de tweede eeuw n.C. en kan met enig recht de succesvolste van alle Romeinse heersers worden genoemd. Hij was een doorgewinterd veldheer en briljant bestuurder en onder hem beleefde het rijk zijn hoogtijdagen.
Hadrianus regeerde op basis van twee uitstekende uitgangspunten die er mede voor zorgden dat het rijk ook na hem nog lange tijd floreerde. Hij begreep om te beginnen dat Rome niet eindeloos kon doorgaan met expanderen. Het rijk, dat zich uitstrekte van Spanje tot Turkije, van de Zwarte Zee tot de Maghreb, was al moeilijk genoeg te besturen, en daarom was hij een tegenstander van nog meer veroveringsoorlogen. Voor prozaïsche geesten demonstreerde hij dit letterlijk door langs alle grenzen muren op te trekken, behalve waar al natuurlijke grenzen zoals rivieren en bergen waren. Hierbinnen heerste de beschaving en de pax Romana, erbuiten strekte zich het ongetemde territorium van de barbaren uit, van alles wat niet-Romeins was. In Germanië was de muur een houten palissade die al heel lang verdwenen is, maar in het noorden van Brittannië werd hij bij gebrek aan hout van stenen gebouwd, en deze muur is ook nu nog een van de aansprekendste symbolen van de Romeinse macht.
Hadrianus’ tweede uitgangspunt ontsproot aan zijn liefde voor Griekenland. Het oostelijk deel van het rijk was Griekssprekend en kon bogen op een cultuur die terugging tot Homerus. Rome in het westen was de supermacht van het Middellandse Zeebekken en had de beschikking over onverslaanbare legers. Hadrianus ondernam pogingen om het rijk te transformeren tot een gezamenlijke onderneming waarin het culturele en het militaire – kunst en macht – op voet van gelijkheid met elkaar konden verkeren. Hij nam Grieken in het bestuur van het rijk op en maakte met gigantische bouwprojecten Athene tot de culturele hoofdstad van het rijk.
Op deze twee manieren zorgde Hadrianus voor stabiliteit en zette hij een punt achter eeuwen van oorlogvoering. Zoals Edward Gibbon in The History of the Decline and Fall of the Roman Empire misschien wat al te bombastisch schreef, bracht Hadrianus ‘het schone vooruitzicht van universele vrede’. Hij en zijn opvolgers, Antoninus Pius en Marcus Aurelius, die beiden door hem benoemd werden en zijn beleid voortzetten, ‘hielden vast aan het plan om de waardigheid van het rijk te behoeden zonder te pogen de grenzen ervan uit te breiden. Met alle mogelijke eerzame middelen nodigden ze de barbaren uit om vriendschap te sluiten en ondernamen ze pogingen de mensheid ervan te overtuigen dat de Romeinse macht, verheven boven de verleiding tot veroveren, slechts werd gedreven door de liefde voor orde en gerechtigheid.’
Dit is mijn derde biografie van een Romein, de voltooiing van een drieluik. In Cicero wordt de val van de oude, aangetaste republiek beschreven, en in Augustus de vestiging van een alleenheerschappij. Dit is het verhaal van een keizer die een weldadig einde maakte aan een periode van wanorde en militaire agressie en die liet zien dat een monarchie heel wel te verenigen valt met fatsoenlijk bestuur. Sommige persoonlijkheden uit de voorgaande boeken – al lang dood en begraven – vervullen gastrollen in dit boek, met name Augustus, aan wie Hadrianus een voorbeeld nam omdat hij grote bewondering voor hem koesterde.
Ik probeer niet alleen het portret te schetsen van een man, maar ook dat van een heel tijdperk waarin een wankel machtssysteem er met horten en stoten in slaagde zijn balans te hervinden. De val van de Romeinse republiek is inmiddels een grotendeels afgegraasd terrein, maar voor veel lezers zal de tijd vanaf de dood van Nero tot aan Hadrianus terra incognita zijn; voor hen zijn de hierna volgende in bloed gedrenkte lotgevallen en wederwaardigheden misschien extra spannend omdat zij niet weten wat er komen gaat.

Hadrianus

Hadrianus was beslist niet de eerste Romein met een buitengewone liefde voor alles wat Helleens was. Al eeuwenlang beheersten de meeste leden van de heersende elite zowel Latijn als Grieks. Keizer Nero, die dichterlijke narcist, koesterde net als Hadrianus de verenigingsgedachte, maar was niet bij machte er invulling aan te geven.
Toen Hadrianus nog een kind was, vonden er twee onvergetelijke gebeurtenissen plaats: het Colosseum, het kolossale mensenslachthuis, opende zijn deuren voor het publiek, en de verwoesting van Pompei leek een vooraankondiging van hoe de wereld zou vergaan.
Tegen het einde van zijn tienerjaren was Hadrianus getuige van de moorddadige wijze waarop keizer Domitianus onder de heersende klasse huishield. Na de moord op de keizer kon een burgeroorlog ternauwernood worden voorkomen en nam Hadrianus’ oudoom Trajanus, een geliefd veldheer die zijn voogd was, de teugels van de macht in handen. Van Trajanus leerde de jongeman de kneepjes van het soldatenvak tijdens twee afschrikwekkende veldtochten tegen een woest barbaars koninkrijk aan de overzijde van de Donau. De reliëfs die spiraalsgewijs op de Zuil van Trajanus in Rome zijn aangebracht doen verslag van deze stormachtige gebeurtenissen. Als een bioscoopjournaal spreken ze ons na eeuwen nog aan, met de directheid van een CNN-reportage.
Er volgden triomfen, maar ook, in dezelfde mate, tegenslagen. Tijdens een campagne die sterk doet denken aan een uit onze tijd, viel Trajanus het Parthische rijk (grofweg het huidige Irak) binnen. Deze veldtocht werd met een snelle zege bekroond aangezien de Parthen nauwelijks of geen weerstand boden. Maar daarna braken er in het hele oostelijke rijk opstanden uit. Lichamelijk en geestelijk aan het einde van zijn krachten, droeg de keizer het commando over aan zijn voormalige pupil en stierf korte tijd later tijdens de terugreis naar Rome.
De legioenen riepen Hadrianus tot de nieuwe keizer uit. Hij had een langdurige, inspannende en gevaarlijke leertijd achter de rug. Nu, op veertigjarige leeftijd, verlangde de nieuwe heerser over de bekende wereld er vurig naar de geschiedenis naar zijn hand te zetten, en was hij vastbesloten zich door niemand te laten dwarsbomen. Hadrianus, een onvermoeibaar reiziger, was als keizer zoveel mogelijk onderweg om al het mogelijke te inspecteren en te hervormen. De grenzen werden beveiligd, het leger werd getraind, de wetten werden vastgelegd in een wetboek, de infrastructuur werd verbeterd en de economie aangezwengeld.
Er was een afgrijselijke uitzondering op deze reeks weldadige successen. Hadrianus’ beleid had zijn duistere kanten. Het enige volk dat weigerde zich aan het keizerlijke stelsel te onderwerpen waren de Joden. Er brak een heftige opstand tegen Rome uit. De afloop ervan was catastrofaal voor de opstandelingen; volgens één schatting werden duizenden Joden gedood en vele anderen uit hun land verdreven. In een poging dit zeer weerbarstige volk van de aardbodem weg te vagen gaf Hadrianus Jeruzalem een andere naam en verving de naam Judea door het nieuw verzonnen Palestina. Alle Joden werd de toegang tot hun eigen hoofdstad ontzegd. Pas na zo’n tweeduizend jaar zouden zij er terugkeren en hun onafhankelijkheid herkrijgen.

Hadrianus is de meest enigmatische figuur onder de oude Romeinen. Waarom wordt er maar zo weinig over hem verteld? Waarom zijn zijn daden slechts mondjesmaat bezongen? Hij is zeker onderwerp van wetenschappelijke studie geweest, maar de laatste voor een algemeen publiek in het Engels geschreven biografie metalles erop en eraan verscheen in de jaren twintig van de vorige eeuw. Eén verklaring voor dit doodzwijgen schuilt in ’s mans kregelige karakter. De uitstekende bestuurder Hadrianus was moedig, intelligent en scherpzinnig in het oplossen van de grote politieke kwesties van zijn tijd. Maar hij was ook prikkelbaar en verschrikkelijk zelfingenomen: zoals zoveel getalenteerde amateurs schiep hij een boosaardig genoegen in het tegenspreken van deskundigen. Hadrianus keerde zich zo nu en dan tegen vrienden, liet hen zonder scrupules vallen. De grote negentiende- eeuwse geschiedkundige van de Romeinse oudheid, Theodor Mommsen, vond hem ‘weerzinwekkend’ en ‘kwaadaardig’.
Maar Hadrianus’ postume reputatie liep vooral schade op door iets anders. Hij onderhield een ten dode opgeschreven liefdesverhouding met een schone jongeling uit Bithynië, Antinoüs, die onder mysterieuze omstandigheden in de Nijl verdronk. Geschiedschrijvers uit de victoriaanse periode en van het begin van de twintigste eeuw schrokken terug voor het gênante onderwerp homoliefde. Een van hen opperde hoopvol dat Antinoüs een bastaardzoon van de keizer was. Onwettigheid was uiteraard ook erg, maar toch bijna eerzaam vergeleken bij de ‘love that dare not speak its name’.
Het grootste struikelblok bij het schrijven van Hadrianus’ levensverhaal is het gemis aan oude literaire bronnen; er zijn er slechts een handjevol bewaard gebleven, en die zijn ook nog eens gehavend en verminkt. We weten dat er een autobiografie van Hadrianus en veel andere geschiedverhalen uit zijn tijd bestaan hebben, maar we kennen ze alleen uit vermeldingen in andere werken. De geschriften zelf zijn verbrand in het vreugdevuur der ijdelheden dat in de donkere middeleeuwen door de Kerk brandend werd gehouden.
Het schrijven van een biografie over Hadrianus beloofde een ondankbare taak te worden. Is het bestaande materiaal voldoende om er een heel boek uit te kunnen persen? Met een zucht van verlichting maakte de historicus om deze reden ooit plaats voor de schrijver van historische romans. Kort na de Tweede Wereldoorlog publiceerde de Franse schrijfster Marguerite Yourcenar Hadrianus’ gedenkschriften, dat enthousiast werd ontvangen; het boek is gegoten in de vorm van een brief van de stervende keizer aan de jonge Marcus Aurelius, die later zijn troon zou bezetten. Poëtisch en melancholiek kleurde het boek de zwarte gaten in onze kennis en zette een sprekend evenbeeld neer van een wereldwijze, levensmoede autocraat. Ik overdrijf niet als ik zeg dat madame Yourcenar de academici een tijdlang van hun plaats verdrongen heeft. Haar Hadrianus werd gezien als een waarheidsgetrouwe weergave van de echte.
Sindsdien zijn er al meer dan vijftig jaar verstreken. Hadrianus’ gedenkschriften is een meesterwerk, maar (zoals een valse antiquiteit die volledig overtuigt als hij op de markt wordt gebracht, maar na verloop van tijd zijn authenticiteit verliest) maakt op dit moment minstens evenveel duidelijk over de Franse literaire opvattingen van halverwege de twintigste eeuw als over het tweede-eeuwse Rome. Yourcenars Hadrianus is een romantisch rationalist met een hang naar het exotische, een klassieke André Gide.
Intussen is de wetenschap ook voortgeschreden. Overal waar Hadrianus op zijn eindeloze tochten door het hele rijk kwam, gaf hij opdracht tot het bouwen van theaters, tempels, aquaducten en bogen. Inscripties vermelden de besluiten, toespraken en officiële correspondentie van de keizer, soms zeer gedetailleerd. Samen leveren ze een tweede autobiografie op, een die in marmer gebeiteld is. Archeologen hebben een grote hoeveelheid nieuw materiaal ontcijferd en vele inzichten toegevoegd aan de literaire bronnen.
Hoewel veel gedetailleerde informatie dus ontbreekt, is net genoeg bekend om Hadrianus’ levensverhaal te kunnen reconstrueren en de tijd waarin hij leefde te beschrijven. Een opmerkelijk leven had hij, en het speelde zich af in buitengewone tijden! Over Hadrianus’ kinder- en jongelingsjaren is maar heel weinig bekend, maar over de grote gebeurtenissen uit die periode weten we des te meer, zodat het in ieder geval mogelijk is een beschrijving te geven van dingen die hij als jongen zag of hoorde. Ik geef ook een schets van het reilen en zeilen van het keizerrijk en van de ontstaansgeschiedenis van de politieke arena die Hadrianus betrad toen hij eenmaal volwassen was.
Uit het hele verhaal komt naar voren dat de kwaadaardige perverseling uit de oudere beeldvorming in werkelijkheid een fascinerende persoonlijkheid was – een vat vol tegenstrijdigheden, dat zeker, een man die anderen tot waanzin dreef, die zeer charmant kon zijn, die zowel meedogenloos als goedertieren was; een harde werker, maar ook speels; een man van de daad, maar ook een estheet; een man die soms wreed was, maar alles bij elkaar genomen een rijk begiftigd, compleet mens. Hij was zelf dichter en schilder en liep warm voor alles wat maar Helleens was: hij was een goede Nero.

Hadrianus

Boekgegevens:

Anthony Everitt,
Hadrianus. De rusteloze keizer,
Amsterdam: Ambo/ Anthos 2010
Vertaald uit het Engels door Corrie van den Berg en Carola Kloos
(oorspr. titel: Hadrian and the Triumph of Rome)
408 blz., €29,95


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: