Geplaatst op zaterdag 05 oktober 2002 @ 22:43 , 1919 keer bekeken

Julius Caesar en staff zoals geschilderd door Jean-Léon Gérôme
1 De Jeugdjaren van CaesarIn de hete zomer van het jaar 100 v. Chr. baarde Aurelia, een jonge vrouw uit Rome, een kind. Aurelia's man, Gaius genaamd was een aristocraat en politicus (een senator in Romes bestuurorgaan, de senaat). Maar de afkomst van Gaius had niet zoveel betekenis meer als vroeger, want de oude gevestigde adel werd verdrongen door het groeiende aantal machtige senatoren.
Hoewel Aurelia en Gaius in de arme en nederige Subura-wijk in Rome woonden, was het toch een redelijk welvarend huishouden waarin het kind terechtkwam.
Over de geboorte van de baby is niet veel bekend, maar waarschijnlijk zal Aurelia, zoals de traditie vereiste, de gezonde baby aan de voeten van haar man hebben gelegd. Als hij vervolgens weigerde de baby op te pakken, zou deze naar een openbare plaats worden gebracht waar hij aan de hulp van voorbijgangers werd overgelaten of zou sterven. Maar gelukkig voor de baby twijfelde Gaius niet om de hem op te pakken.
Op de negende dag in het leven van het kind zullen de huisgoden zijn geëerd, waarbij ook wierook zal gebrand. Waarschijnlijk zijn er deze dag familieleden en vrieden langsgekomen met geschenken voor het gezin. En de jongen kreeg een naam. Zijn voornaam zou, net als zijn vader, Gaius zijn, gevolgd door de geslachtsnaam Julius en de bijnaam (Cognomen) Caesar.
Buiten hun huis was het een drukte van belang met handelaars en reizigers in deze stad die meer dan een half miljoen inwoners telde. Rome was de invloedrijkste stad in het Westen . Grote steden in het Midden-Oosten waren gekomen en weer verdwenen. Indrukwekkende Assyrische, Perzische en Macedonische staten waren verdwenen. Het tijdperk van de grote en machtige farao's was voorbij. De Afrikaanse stad Carthago was verwoest. Athene en Sparta waren politiek gezien niet meer van betekenis. Niets kon in de schaduw staan van Rome dat nu heerste over een rijk dat zich uitstrekte van Spanje tot Klein-Azië en van Zuid-Frankrijk tot Noord-Afrika. Kooplui en koeriers kwamen uit heel dit kolossale gebied over goed onderhouden kaarsrechte wegen naar de stad. Door Italië werden karrevrachten en scheepsladingen wijn, olijfolie, bouwmateriaal, fruit, groenten, brons, zilver, meubilair en stoffen aangevoerd.
Schepen brachten via de rivier de Tibergraan uit Sicilië, Sardiniëen Noord-Afrika, en slaven uit Klein-Azië, het Zwarte-Zee gebied en Rusland. Uit Griekenland kwamen kunstwerken en zeldzame marmersoorten voor de bouw. Vanaf de Syrische kust kwamen parels, purpergeverfde stoffen, zeldzame houtsoorten voor dure meubels. Uit Zuid-Oost Azië kwamen kruiden. De wilde dieren voor in de verschillende arena's kwamen uit Zuid-Afrika, terwijl uit Egypte fijn linnen en glas werd aangevoerd.
Het waren eindeloze goederenstromen. Voor de kooplieden stonden er stalletjes langs de weg met koekjes, dranken, fruit en vleeswaren. Soms werden er door de kooplieden ook wel slaapplaatsen of een bezoek aan bezienswaardigheden aangeboden. Ander volk was er op uit om reizigers beet te nemen. Door het ontbreken van politie was criminaliteit een veelvoorkomend verschijnsel.
De stad Rome was de grootste in het Westen. Maar het had eeuwen geduurd voor Rome, door ambitie en veroveringen, zo bekend was geworden.
De Romeinen zelf dateerden de geboorte van hun stad op 753 v. Chr., toen een koning met de naam Romulus een kleine nederzetting oprichtte op een heuvel naast de Tiber. Deze streek heette Latium en de bevolking Latijnen. Er waren veel van zulke dorpen maar Rome had het geluk dat zijn zeven heuvels aan een van de weinige doorwaadbare plaatsen in de Tiber lagen. Dit bood natuurlijk goede handelsmogelijkheden. Latium was gunstig gelegen tussen de machtige Etruskische cultuur in het noorden en de ontwikkelde Griekse steden in het zuiden. De plaats had bovendien als voordeel dat hij ver genoeg stroomopwaards lag om de vele piratenvloten uit de Middellandse Zee te vermijden en toch ook dicht genoeg om zijn commerciële mogelijkheden te benutten.
In de zevende eeuw v. Chr. was het dorp uitgegroeid tot een stad toen de Etruskische koning koningen hem overnamen. Onder hun leiding werd het forum drooggelegd en ontworpen, werden er markten, pensions en herbergen gebouwd. Maar in 510 v. Chr. , vierhonderd jaar voor de geboorte van Gaius Julius Caesar, lukt het de patriciërs de koning te verdrijven. Dit deden zij omdat ze niet willen dat de maatschappij door één man wordt geregeerd. Deze patriciërs riepen op hun beurt de stad uit tot republiek (respublica - een 'algemeen belang'). De stad wordt nu geregeerd door twee mannen, consuls genaamd, die jaarlijks door een volksvergadering werden gekozen uit de senaat, die nu uit ongeveer honderd man bestond.
Dit was een sterk systeem en de Romeinen waren eerzuchtig. De stad ging vechten tegen de buursteden. Het lukte Rome ze te verslaan en in te lijven. Het was hierbij erg belangrijk dat de Romeinen de vijand niet vernietigde maar hen een deel van de buit aanbood. Er waren geen redenen om niet-Romeinen uit hun maatschappij te weren. Binnen 250 jaar viel het grootste deel van Midden-Italië onder de Romeinse heerschappij.
De ambities van Rome breidden zich uit en de stad begon een oorlog tegen de Noord-Afrikaanse stadstaat Carthago die de macht over het Middellands-Zeegebied in handen had. Rome had voor eeuwig verpletterd kunnen worden door de Carthagers die onder leiding stonden van Hannibal, maar dankzij hun vastberadenheid en bezieling konden de Romeinen de Punische oorlogen winnen. Hierbij konden de Romeinen gebruik maken van hun politieke veerkracht en de sterke economie. Rome was na deze overwinning de grootste machthebber over het westen van het Middellands-Zeegebied geworden. Het was de eerste grote overwinning van de Romeinen en deze was zo winstgevend dat de burgers van Rome vrijgesteld konden worden van alle belastingen.
Door deze overwinning beseften ze hoeveel internationale oorlogen konden opleveren. Niet lang daarna bezweken ook Griekenland en Macedonië onder Romeinse aanvallen.
Over de jeugd van Gaius Julius Caesar is niet veel bekend, maar zijn dag zal net als ieder ander Romeins jongetje vroeg beginnen met een licht ontbijt van fruit, brood, honing en olijven. Daarna kan een kindermeisje op het kind hebben gepast terwijl het in de tuin speelde, misschien met houten speelgoedscheepjes of ballen van leer. Na het spelen zal het kindermeisje het jongetje op bed hebben gelegd. Hierna zal Gaius waarschijnlijk in het huis hebben gespeeld. Toen hij ouder werd speelde hij spelletjes als verstoppertje, blindemannetje of knikkeren met hazelnoten.
Maar deze kindertijd duurde maar kort. De opleiding begon op de leeftijd van zeven jaar. Zijn familie zorgde voor de eerste scholing. Zijn ouders hadden een bescheiden inkomen en waarschijnlijk waren ze vastbesloten om via hun zoon een plaats in de maatschappij te veroveren. De moeder stak veel tijd om het kind Latijn en Grieks te leren lezen en schrijven én met het juiste accent te spreken.
Zijn vader richtte zich natuurlijk, als hij al tijd had, meer op lichamelijke activiteiten zoals worstelen, speerwerpen en zwemmen.
Toen Gaius ouder werd kwam zijn officiele scholing in de handen van een betrouwbare slaaf. Met deze leermeester pakte hij moeilijkere stof aan, zoals grammatica en literatuur. Deze lessen werden dagelijks thuis gehouden. Ze bestonden uit schrijven op wastabletten, het werk laten nakijken en vervolgens de was weer gladstrijken voor een nieuwe les.
´s Middags liepen Gaius en zijn vrienden door de drukke straten naar de grote open Campus Martius. Dit veld dat aan de oorlogsgod Mars was gewijd, was in de eerste plaats bedoeld voor militaire parades en oefening, maar werd meestal gebruikt voor sport en spel.
Caesar bracht hier veel tijd door. Hij zou een uitstekend ruiter zijn geweest, die graag indruk wilde maken door met z´n handen op zijn rug en zonder stijgbeugels zo hard mogelijk te rijden op de kleine paarden. Op dit veld maakte Caesar de fysieke kwaliteiten eigen die hij ooit op het slagveld zou gebruiken.
Tijdens de avondmaaltijd aan het eind van de middag vernam Gaius van zijn vader de laatste nieuwetjes uit de senaat en het Forum. Dit was het belangrijkste trefpunt voor het senaatsgebouw. Het is niet bekend of Gaius erg geinteresseerd was in de politieke nieuwtjes. Misschien had hij meer belangstelling voor nieuws over de komende gladiotorenspelen of misschien wel militaire triomftochtn. Toch besloot zijn vader toen Gaius vijftien was dat hij een toga virilis, een toga voor volwassenen, mocht dragen. Deze toga was maar een eenvoudig kledingstuk, maar het gaf de volwassenheid van de persoon die het droeg aan. Het was ook het teken van een Romeins burger, de nationale klederdracht waarmee hij zich overal onderscheidde. Het was de officiële kleding bij alle sociale functies en openbare verplichtingen. De toga was dan wel gewoon gemaakt van een grote lap wollen stof, maar het was heel moeilijk hem goed te dragen.
2 Gaius wordt volwassen Natuurlijk is dit een grote dag geweest in het leven van de jonge Gaius. Thuis zal hij beste wensen en cadeautjes hebben gekregen van kenissen en familieleden. Daarna zal hij trots met zijn vader de ongeveer anderhalve kilometer naar het centrum van de stad hebben afgelegd om een offer aan Jupiter te brengen en zich officieel als burger te laten registreren. Als Gaius vervolgens aan de deur van de senaat zou hebben geluisterd, dan zou hij de aristocraten hebben kunnen discusiëren over de republiek die zij als hun eigendom beschouwden. Rome verkeerde in een onrustige periode en er ontstonden vaak verhitte discussies in de senaat. De senaat was een stadsregering die probeerde een wereldrijk te besturen. De senatoren, in deze tijd waren er dat zo'n driehonderd, hadden steeds meer moeite de gouverveurs in de provincies in toom te houden. Dit werd bemoeilijkt doordat deze personen ook de legeraanvoerders waren en dus behoorlijk veel macht hadden.
Voor een jonge man als Caesar was de senaat natuurlijk een hele sensatie. Caesar wilde erg graag hiervan deel uitmaken. Maar de poltieke 'ladder' was gebaseerd op leeftijd en daar werd streng naar gekeken. Talent was hierbij een ongeschikte factor. Men vond zaken als familie en ervaring belangrijker. Binnen enkele jaren werd dit in een wet opgenomen. Je moest dertig jaar zijn voor je gekozen kon worden tot quaestor met financiële taken, 39 om praetor met juridische taken te worden en 42 voor je tot consul kon worden gekozen. Het moet voor iemand als Caesar eindeloos hebben geleken.
Toen in 85 v. Chr. Caesars vader stierf werd Caesar hoofd van de familie. Een jaar later, Caesar was toen zestien, trouwde hij met een meisje dat Cossutia. Maar nu als toonde Caesar zijn grote ambitie en verbrak de verloving na korte tijd. Hij aanvaardde de politiek veel interessantere hand van Cornelia, die hem was aangeboden door haar vader Cinna.
Rome was geen stabiele, veilige plaats. Het werd geteisterd door problemen. In eerste plaats was er een onderlinge strijd tussen de Romeinen. Enkele senatoren waren door het succes van de stad en door de toegenomen rijkdom steeds meer op zoek naar een groter aandeel in de rijkdom en de macht. In de voorafgaande vijftig jaar had Rome erg geleden onder de politieke wanorde. De commerciële en financiële welvaart zorgde dus voor deze verwarring. Het maakte wel duidelijk dat de senaat niet in staat was om het steeds groeiende rijk te regeren. De grootste problemen werden veroorzaakt door de rivaliteit en de eerzucht van de aristocratie. Doordat het Roemeinse Rijk steeds groter werd, was de kans om roem, militaire glorie en rijkdom te verkrijgen steeds groter geworden. De ambitie van deze mannen zorgde er weliswaar voor dat het Romeinse Rijk steeds meer uibreide, maar bracht ook het gevaar van autocratie en dictatuur met zich mee. Senatoren, in Rome of juist in het buitenland, gingen elkaar bestoken.
Er waren in Caesars jeugd verschillende mannen die naar roem streefden. Een voorbeeld hiervan is zijn schoonvader Cinna, zijn oom Marius en hun gezamelijke vijand Sulla. De politieke wereld van Rome was in twee groepen verdeeld: de optimates, die over het algemeen de visie van de aristocraten vertegenwoordigden, en de populares, die het volk vertegenwoordigden. De twee groepen beschuldigden elkaar van corruptie en misbruik van privileges. Caesar behoorde tot de populares. 'Het volk vertegenwoordigen' speelde een belangrijke rol in de wijze waarin hij zich tegenover het volk gedroeg in zijn latere carriere. De groep populares werd geleid door Cinna en Marius. Sulla de vijand was leider van de optimaten. De beide groepen onderscheidden zich niet door een bepaalde politiek, maar beiden wilden zoveel mogelijk hun macht vasthouden.
Kort na het huwelijk van Caesar brak er weer een burgeroorlog uit. Sulla won en nam bloedig wraak op zijn tegenstanders. Caesar zal getuige zijn geweest van deze vreselijke slachting en hij zal ongetwijfeld bang zijn geweest toen hij voor Sulla werd voorgeleid. De overwinnaar eiste dat Caesar zich zou laten scheiden van zijn vrouw en vervolgens zou hertrouwen. Hiermee zou hij Cinna's kamp verlaten en zich aansluiten bij Sulla. Dapper weigerde Caesar dit en gelukkig liet Sulla zich met tegenzin overhalen hem vrij te laten.
Bij de vrijlating van Caesar werd zijn hele erfenis in beslag genomen door Sulla. Hij besloot dan ook dat het een goed moment was om Rome een tijdje te verlaten en zich bij het leger aan te sluiten.
3 Het Romeinse Leger Het leger was een van de belangrijkste organen van Rome. Eeuwenlang had een jaarlijks opgeroepen groep burgers zelf hun wapenuitrusting verzorgd. Deze bewapende infanteristen werden verdeeld over legioenen die met hun korte- en langeafstandswapens veelzijdig inzetbaar waren. Ze waren ook goed gedisciplineerd en pasten een flexibele tactiek toe. De soldaten vochten van het eind van het voorjaar tot het eind van de zomer, totdat ze hun thuis hun gewassen moesten oogsten.
In Caesars tijd waren de Romeinen actief ver buiten de grenzen van Italië. De grote afstanden hadden tot gevolg dat de Romeinse soldaten niet meer naar huis konden reizen. Vaak was het nodig om het hele jaar door veldtocht te zijn.Geleidelijk werd het leger opengesteld voor alle burgers, ook al waren ze arm en bezaten ze geen grond. De rekruten kregen de uitrusting van de staat. Zij kwamen in een steeds professioneler wordend leger.
Door de eeuwen heen perfectioneerden de Romeinen de techniek, tactiek en uitrusting om een zeer mobiel en gedisciplineerd leger te vormen dat bijna overal kon komen en alles kon presteren.
De Romeinen waren slim en namen de beste dingen van andere, met name de Griekse, culturen over. Zo kopieerden de militaire uitrusting en technieken van hun vijanden. Rome versloeg de grote vijand Carthago mede door één ingenomen Carthaags schip in massaproductie na te bouwen. Ook leenden ze vaak manschappen. Daarnaast werden ook soldaten van de voormailge vijanden gebruikt om naast de eigen legioenen te vechten.
De Romeinen wonnen niet alleen de oorlog, maar slaagden erin vrede te stichten en te behouden. Hun politiek ten aanzien van de verslagen volken was erg belangrijk in hun succes. Al heel snel kwamen de Romeinen erachter dat een regelrechte verovering van Italië niet de juiste werkwijze was. Ze sloten daarom regelmatig verbonden met overwonnen buurvolken die 'vrienden en bondgenoten' werden en troepen leverden aan het Romeinse leger. Dit is echter niets nieuws onder de zon in de oudheid. Wat wel nieuw was is de mate waarin Rome de verslagenen volledig of gedeeltelijk burgerschap verleende.
De uitbreiding van het Romeinse Rijk verliep vrij traag. Maar er was wel voortdurend succes dat het militaire zelfvertrouwen deed groeien. De tegenstanders werden juist steeds banger voor de Romeinse legioenen. Zeker toen de Romeinen de naam 'wreed' kregen in vergelijking met de oude en beschaafde Griekse legers.
Toen Rome had afgerekend met de grote machten in het Middellands-Zeegebied, sloten de kleinere staten zich razendsnel aan bij 'de vrienden van Rome' zodat hun legers geen strijd hoefden te leveren met de geduchte tegenstander.
Caesar ging op zijn achttiende bij dit leger, om een tijdje weg te blijven uit Rome en dus uit de handen van Sulla. Caesar nam afscheid van zijn familie en vrienden en bracht nog een offer aan de huisgoden.
Er is tegenwoordig maar weinig bekend over Caesars diensttijd, behalve dat hij zijn moed toonde door in de voorste gelederen te vechten. Hij werd blijkbaar onderscheiden met de 'burgerkrans' nadat hij het leven van een kameraad had gered. De mensen zouden nu moeten opstaan als Caesar tijdens openbare spelen voorbijliep met deze krans op zijn hoofd.
In 78 v. Chr. stierf Sulla en de tweeëntwintigjarige Caesar keerde terug naar Rome naar zijn vrouw en dochtertje Julia. Hij had vier jaar in het leger gezeten, met als mogelijk hoogtepunt het vechten tegen zeerovers op de Middellandse Zee.
4 Caesar wil politiek in Door verschillende Romeinse historici wordt Caesar beschreven als iemand met een 'fenomenaal uithoudingsvermogen', dit ondanks zijn epilepsie. Hij was nauwgezet ten aanzien van zijn kleding en gaf veel geld uit aan allerlei avonturen.
Maar Caesar was niet tevreden met alleen maar avontuurtjes. Hij was er als jonge man al van overtuigd dat hij tot de kleine kring van de heersende klasse moest toetreden. Die had alles wat hij zich wenste: rijkdom, macht en invloed.
Aan het ontbreken van de de term 'politicus' kun je zien dat de Roemeinse politiek vrij amateuristisch was. De poltici waren allemaal rijke stedelingen. Er was geen professioneel ambtenarenapparaat, maar ook geen actieve religieze hiërarchie of een permanente militaire bevelstructuur. Deze ambten bestonden wel, maar ze waren allemaal in wettelijke zin officieus en tijdelijk. Sociale vooruitgang ging samen met politieke promotie.
Caesar besloot, zoals zoveel jonge aristocraten, zijn bekendheid te vergroten door poltieke vijanden aan te klagen. Het kwam regelmatig voor dat rechtszaken meer met politieke dan met strafrechtelijke kenmerken werden gevoerd en de hoorzittingen werden niet in de rechtszalen uitgevoerd maar werden op podia op het Forum gehouden. Soms werd de rechtzaak in zalen die groot genoeg waren om publiek toe te laten gehouden.
Volgens het Romeinse rechtssysteem legden de aanklager en de verdediger de zaak voor aan een rechter en vormde een jury het vonnis. Processen waren een vorm van amusement en trokken soms veel toeschouwers. Het was dus een eenvoudige manier om de aandacht te trekken en publieke steun en politieke contacten te leggen.
Caesars optreden maakte veel indruk op iedereen, behalve op de jury. De eerste twee zaken verloor hij. Vastbesloten niet de derde zaak te verliezen, trok hij naar Rhodos om daar te gaan studeren bij Apollonius Molo. Deze was de meest geziene leermeester in de Romeinse wereld.
Maar onderweg naar Rhodos wordt Caesar gevangen genomen door zeerovers die losgeld van twintig talenten eisten, waarop hij in lachen uitbarstte en de ze vertelden dat ze minstens vijftig moesten eisen. Terwijl zijn paar slaven zich haastten om het geld te halen in de dichtsbijzijnde haven maakte Caesar het zich gemakkelijk tussen zijn belagers. Een Romeinse schrijver heeft hier over geschreven dat hij als een leider de zeerovers vanalles beveelde, meedeed in hun spelletjes. Ook schreef hij gedichten en toespraken die hij hen voorlas en als zij geen bewondering toonden voor zijn werk, maakte hij hen uit voor ongeletterde barbaren. Vervolgens dreigde hij hen allemaal op te laten hangen.
Zodra het losgeld was betaald en Caesar was vrijgelaten, voeren de zeerovers weg. Maar Caesar huurde schepen en manschappen, nam de piraten gevangen en liet ze kruisigen. Omdat hij toch wel enige bewondering voor hen had sneed hij eerst hun kelen af. De boodschap was duidelijk: Caesar was net als zijn vaderstad arrogant en meedogenloos.
Caesar reisde door naar Rhodos, maar kort na aankomst hoorde hij dat een deel van klein-Azië opnieuw was binnengevallen door een koning die Mithridates heette. De zesentwintigjarige liet zijn studie in de stek en bracht zelf een leger op de been. Hij vroeg niet eens toestemming aan de plaatselijke gouverneur voor hij binnenmarcheerde en de vijandige troepen uit het gewest verdreef. Caesar had zich nu opnieuw een opmerkelijke jonge man getoond tegenover zijn thuisstad Rome.
Tot zijn dertigste woonde Caesar in Rome en vormde hij zijn kring van contacten en geldschieters. Hij bleef met zijn vrouw en moeder in Subura wonen, ten oosten van het Forum. Hij leefde in deze rumoerige wijk omdat hij vrij arm was en dus geen beter huis kon betalen. Van zijn vader had hij geen grote erfenis geërfd. Maar toch moest hij veel geld uitgeven om enige kans te maken op een chte machtspositie. Ondanks zijn schulden leefde hij er lustig op los en deed zijn best om gezien te worden.
Caesar probeerde geldschieters, senatoren en rijke stedelingen over te halen hem van fondsen te voorzien. Hij beloofd in ruil een goede opbrengst voor hun investeringen als hij op de politieke ladder zou stijgen.
5 Caesar wordt Magistraat De burgers in Rome konden stemmen, maar daarvoor moesten ze wel direct aanwezig zijn bij volksvergaderingen. De meesten hadden echter wel iets anders te doen en kwamen vaak niet opdagen. De stemmen van de aanwezigen waren gemakkelijk om te kopen. Er was een corrupt systeem.
De senaat en de volksvergadering hadden grote rijkdommen en onvoorstelbare macht gebracht, maar niemand durfde grote veranderingen door te voeren. Maar het rijk was nu zo groot dat deze kleine groep steeds meer moeite had het te besturen en in de hand te houden. Andere groepen wilden een groter aandeel in het succes zoals de landloze veteranen, de patriciërs die buiten de hoge kringen vielen en de ridders. De toestand was zorgwekkend en de orde en het gezag stonden op het punt van instorting. Bijna niemand wist een oplossing voor de problemen, degenen die het probeerden faalden. Er was een sterke behoefte aan een sterke man die de belangen van de adel zou beschermen. Men zocht iemand met de typisch Romeinse kenmerken als ambitie, agressie en energie.
Caesar wilde erg graag de belangrijkste ambt van consul, maar dit kostte erg veel geld. Senatoren kochten andere senatoren en bespeelden het volk door het organiseren van spelen en het uitdelen van gratis koren en geld.
Op zijn dertigste werd Caesar beloond voor zijn uitgaven en inspanningen. Hij wordt benoemd tot quaestor, een magistraat. Er werden er jaarlijks twintig gekozen, waarvan achttien naar het buitenland weden gestuurd. Caesar was nu een van de zeshonderd leden.
Voordat Caesar naar Spanje vertrekt overlijdt zijn eerste vrouw. Later zou hij hertrouwen met Pompeia, de dochter van de man die hem bijna had laten doden; Sulla. Niet alleen was ze zijn echtgenote, maar ook financieërde ze zijn carrière.
Op zijn vierendertigste werd Caesar benoemd in een hoger ambt. Hij werd een van de vier jaarlijks gekozen aedielen. Zij waren verantwoordelijk voor het onderhoud van Rome en de publieke feesten. Caesar gaf grote hoeveelheden geleend geld uit aan de meest grote spelen. Zo vochten gladiatoren met zilveren wapens en liet hij een arena vol water lopen om een zeeslag compleet met exotische dieren uit Afrika na te bootsen.
Het volk vond dit alles natuurlijk schitterend. Maar Caesar moest goed oppassen dat hij zijn investeringen kon terugverdienen met het oog op zijn schulden bij zijn geldschieters.
Naast allerlei feesten stond zijn bescheiden huis vol met dure meubels, schilderijen en vasen. Ook kocht Caesar dure slaven en heeft zelfs zijn vrouw een witte parel geschonken die evenveel kostte als het jaarsoldij van dertienduizend soldaten.
6 Pontifex Maximus In 63 v. Chr. stelde Caesar zich beschikbaar als pontifex maximus, de hoogste priester van Rome. Hij heeft vermoedelijk met smeergeld stemmen omgekocht. Maar uiteindelijk werd het een succes. Hij won een levenslange positie die hem inderdaad rijkdom, prestige en zelfs een officiële woning achter de muren van het Forum.
Met de groei van Rome door de eeuwen heen was ook zijn aantrekkingskracht voor dorpelingen en arbeiders uit de wijde omtrek toegenomen. Het ging hier vaak om boerenfamilies die hun land hadden verloren terwijl de kostwinnaars in het leger zaten. Deze toestand was verergerd door de aanhoudende stroom van slaven die door de verschillende handelaren werden aangevoerd. Deze slaven werden op de grote boerderijen aan het werk gezet.
Rome was dus overbevolkt en barstte uit zijn voegen. Langs de muren en wegen werden noodonderkomens gebouwd. De straten waren vaak open riolen en veel mensen woonden in de zogenaamde huurkazernes die soms wel 25 of 30 meter hoog waren.
Door de steeds slechtere levensomstandigheden gingen steeds meer mensen uitzien naar een sterke leider. Men hoorde de naam van Julius Caesar in herbergen en op de markt. Het volk verwachtte veel van Caesar: een toename van de korenlevering, schuldhervorming, en zelfs kwijtschelding van de schulden.
In 61 v. Chr., nadat hij een jaar als praetor juridische taken in Rome en Italië had uitgevoerd, werd Caesar benoemd voor een jaar gouverneurschap in West-Spanje.
7 Gouverneur in Spanje Caesar werd als gouverneur automatisch voor een jaar bevelhebber van de legers in zijn provincie. Direct na aankomst in Spanje voerde hij zijn manschappen aan tegen stammen in het noordwesten (het huidige Portugal). Doordat Caesar en zijn legers flink tekeer gingen en steden en dorpen plunderden kregen ze een geduchte naam.
De kracht van de legers was ook hun zwakke kant. De soldaten (die buiten het leger niets bezaten) rekenden op hun aanvoerders dat ze betaald werden, te eten kregen en dat ze meedeelden in de oorlogsbuit veilig te stellen. Het waren dus de legeraanvoerders die de legioenen in handen hadden. De gevaren spreken voor zich: een veldheer met persoonlijke ambities kon gemakkelijk over legioenen die dan vervolgens Rome niet trouw waren.
Toen Caesars gouverneursjaar om was, beloonde de senaat hem met een triomftocht. Maar als hij aan deze tocht zou deelnemen dan zou hij Rome pas op de dag van de triomftocht zelf kunnen binnenkomen, terwijl er de dag ervoor de volgende consulverkiezing in de volksvergadering zoe plaatsvinden. Hoewel Caesar erg graag de sensatie en eer van een triomftocht wilde meemaken, koos hij er toch voor om zich kandidaat te stellen voor de verkiezingen. Caesar maakte de goede keuze, want binnen enkele weken was hij consul. Eigenlijk was hij hier twee jaar te jong voor.
8 Het triumviraat Caesar en zijn medeconsul Bibulus waren de eerste mannen van Rome. Maar dit was nog maar het begin van Caesars eerzucht. Want hij sloot nu een verbond met twee mannen die door de senaat waren gedwarsboomd. De eerste was Pompeius (46 jaar oud), hij was Romes grootste veldheer. Deze had kort daarvoor een groot deel van het Oosten veroverd. De andere was Caesars geldschieter Crassus (55 jaar oud). Deze Crassus was een van de rijkste mannen van Rome. Caesar schonk Pompeius de hand van zijn enige dochter Julia. Deze drie, in de geschiedenis ook wel bekend als het 'triumviraat', regeerden Rome in feite. Bibulus de tweede consul werd zo bedreigd dat hij voortaan thuis bleef.
De senaat was verdeeld in de houding tegenover Caesar. Sommigen vonden het wel gunstig om met hem samen te werken. Anderen hadden juist een grote hekel aan hem.
Caesar ging steeds meer gebruik maken van lichamelijk geweld en intimidatie. Maar Rome was gewend aan geweld. Het hoorde bij het dagelijks leven. Maar men was er toch bang voor. Caesar kon niet tegen mensen die het niet met hem eens waren, maar er was nu veel moed voor nodig om Caesar tegen te spreken.
Na afloop van het consulaat zou Caesar, zoals gebruikelijk was, gouverneur van een provincie worden. Welke provincies de consuls kregen toegewezen werd bepaald voor hun verkiezing. Maar iedereen wist dat Caesar ging winnen. Ondanks het feit dat Caesarn door een groep senatoren werd tegengewerkt, slaagde hij erin de provincies Illyricum (ten oosten van Rome tot aan Griekenland) en Gallia Cisalpina (het huidige Noord-Italië).
Toen ook nog de gouverneur van Gallia Transalpina (Zuid-Frankrijk) stierf, kreeg Caesar ook deze derde provincie toegewezen. Met de 320.000 vierkante kilometer dacht Caesar alles te kunnen doen wat hij wilde.
9 Caesar verlaat Rome Caesar verliet Rome, hoewel hij voortdurend werd bedreigd door senatoren die hem ervan beschuldigden dat hij goudstaven in de schatkist had verwisseld voor vergulde bronzen staven. Eigenlijk maakte het niet uit waar men Caesar van beschuldigde, men wilde hem gewoon vernietigen.
Caesar vestigde zich vervolgens met zijn legers net buiten de stadsgrens. Hier had hij het bevel in de hand en was hij veilig voor de wet. Hij was nu onzeker over de vraag naar welke provincie hij zou gaan. Door net buiten de poorten van de stad te blijven, bleef hij op de hoogte van alle politieke gebeurtenissen. Toen Caesar vervolgens hoorde dat de Keltische stam de Helvetiërs zijn gebied in het huidige Zwitserland had verlaten en nu naar het westen ging en door het Romeinse Zuid-Gallië zou trekken, kwam hij in actie. Hij dreef de Helvetiërs weg van de Romeinse provincie. Vervolgens achtervolgde hij hen. Hierbij trok hij zich niets aan van de wet dat een gourveneur niet buiten zijn provincie mag komen zonder toestemming van de senaat. Ook zette hij een defensiefe actie om in een algemene verovering. Zijn besluit om heel Gallië te veroveren berustte op persoonlijke roem en eer. Ook al zou deze oorlog het rijk op een veel grotere schaal dan ooit in conflict brengen met tientallen stammen.
Caesar moest om te slagen niet alleen briljant en een goed politicus zijn, ook behoorde hij een groot aanvoerder. Hij stelde vaak zijn troepen op de proef door duizenden kilometers te reizen.