Alexander de Grote, Veroveraar tegen wil en dank?

Geplaatst op zaterdag 12 februari 2005 @ 19:20 , 1022 keer bekeken

Al tijdens zijn leven was Alexander de Grote een zwaar bewierookte persoon. Hij gold als één van de grootste veroveraars van de klassieke oudheid. Daarnaast zou hij met de verspreiding van de Helenistische cultuur grote voorspoed hebben gebracht naar het westen van Azië. Door de plotselinge dood van Alexander in 323 voor Christus werd hij een haast mythologische persoon. De vraag is of al deze verhalen kloppen.

De vertellingen over Alexander de Grote kunnen meer en meer op echtheid gecontroleerd worden doordat er steeds meer vorderingen gemaakt worden met de vertaling van hiërogliefen en oosterse talen. We krijgen hierdoor een evenwichtiger beeld tevoorschijn, want het is gebleken dat een deel van de ons overgeleverde teksten over Alexander propagandateksten waren om bijvoorbeeld zijn veroveringen goed te praten. Maar er zal nog veel werk verzet moeten worden voordat het beeld kloppend zal zijn. Als dit natuurlijk al bereikt kan worden door de beperktheid van de hoeveelheid bronnen. In deze tekst zal daarom weinig aandacht besteed worden aan de speculaties die er heersen over Alexander de Grote, maar vooral gericht zijn op de vaststaande feiten.
 
Alexander werd in 356 voor Christus geboren. Hij was de zoon van de Macedonische vorst Filippos en zijn vrouw Olympias. De ouders van Alexander konden aanspraak maken op roemruchte voorvaderen zoals Herakles, Alchilles en Zeus. Filippos was in Griekenland een bekende figuur door de (veroverings)politiek die hij voerde. De Macedonische vorst had een duidelijk beleid uitgezet waaraan hij vorm gaf via aantal handige diplomatieke huwelijken en een goed gevulde schatkist. Daarnaast beschikte Filippos over een goed getraind leger dat tot een van de beste in Griekenland werd gerekend. Macedonië kon in dezelfde tijd profiteren van het machtsverval van Athene. Hierdoor was er een machtsvacuüm ontstaan waarin verschillende vorsten hun geluk beproefden. Filippos ontbrak het zeker niet aan geluk en kon zo zijn gebied en macht gestadig uitbreiden.

Alexander kreeg tijdens zijn jeugd goed onderwijs van de beste onderwijzers waaronder ook Aristoteles van Stageira. De bronnen kunnen echter niet vertellen waar de lessen van Aristoteles over gingen en over dat deel van de jeugd moeten we dus in het duister tasten. In 340 voor Christus werd Alexander aangesteld als regent. Filippos moest in dat jaar ten strijde trekken tegen een opstandige stad, maar had daarvoor een betrouwbare persoon nodig. Met zijn benoeming tot regent werd Alexander meteen de onbetwistbare opvolger van Filippos. De oorlogen die Filippos voerde leidden ertoe dat Macedonië de machtigste staat in Griekenland werd. Om de druk van het Perzische Rijk te weerstaan richtte Filippos in 337 voor Christus de Korintische Bond op. Hierin waren alle Griekse staten vertegenwoordigd. Onder druk van Pilippos verklaarde de Korintische Bond direct de oorlog aan de Perzen als wraak voor de Perzische oorlogen die zich rond het begin van de 5e eeuw voor Christus, dus anderhalve eeuw eerder, afgespeeld hadden. Deze reden om oorlog te voeren was niet de volledige waarheid. Filippos móest haast wel oorlog voeren om zijn rijk in stand te houden. De soldaten in zijn leger verlangden naar buit en de hoge officieren in het leger moesten tevreden worden gehouden met belangrijke posities en buit. Dat doel kon alleen bereikt worden via een grote oorlog, want Griekenland was te klein geworden. Dit verschijnsel was waarschijnlijk ook een van de redenen dat Alexander telkens verder ging met zijn veroveringen. Zodra deze cirkel doorbroken zou worden, zou het leger in opstand kunnen komen en de macht van de vorst was daarmee verdwenen.

Als voorbereiding was er al een Macedonisch leger van 10.000 man bezig met een tocht in het Perzische Rijk langs de kusten van Klein-Azië. De tocht met een beperkt aantal soldaten was vooral mogelijk omdat de Perzen interne problemen hadden en geen tijd hadden zich met het vijandelijke leger bezig te houden.

De grote oorlog tegen Perzië moest echter uitgesteld worden door de moord op Filippos in 336. De moordenaar handelde vanwege een persoonlijke vete tegen de Macedonische koning, maar bracht daarmee tegelijkertijd het koninkrijk op de rand van een burgeroorlog. Alexander was weliswaar erkend als opvolger, maar er waren meer aanspraken op de troon. Kort na de moord op Filippos nam Alexander de macht over. Hij liet de moordenaars en zijn mogelijke helpers terechtstellen en kon op die manier zijn positie veilig stellen. Daarmee waren de problemen voor de nieuwe Macedonische heerser niet voorbij; in het zuiden van Griekenland was het onrustig geworden omdat de staten hoopten onder de heerschappij van Macedonië uit te komen. Er was echter niet veel strijd nodig om de macht van het Macedonische leger tentoon te spreiden en spoedig waren de onrusten onderdrukt. Hoewel er militair weinig bijzonders werd gepresteerd door het leger, was dit voor Alexander wel een belangrijke periode. Hij moest in die tijd zijn militaire leiderschap nog bewijzen en via eenvoudige tegenstanders kon hij de benodigde ervaring als legeraanvoerder opdoen. Hoewel de situatie rustig leek, was dat slechts schijn. Thebe was in 335 opnieuw in opstand gekomen. Ditmaal wilde Alexander een dusdanig voorbeeld stellen dat de Grieken zou heugen. Na een bestorming kon de stad veroverd worden en vrijwel de hele bevolking werd gevangen genomen en in de slavernij gedreven. De stad werd grondig geplunderd en daarna met de grond gelijk gemaakt. Met de verschillende campagnes had Alexander zijn leiderschap bewezen en bovendien zijn land van ondergang gered.

Nadat de rust grondig was hersteld kon Alexander zich weer bezig houden met het oorspronkelijke plan van zijn vader: in aanval op het Perzische Rijk. Het Macedonische leger dat al in 338 aan de westkust van Klein-Azië bezig was met veroveringen had belangrijke successen geboekt. Er was niet veel gebied veroverd, maar er waren wel drie havensteden ingenomen. Daardoor konden de Macedoniërs grote hoeveelheden voedsel overbrengen en had het leger steunpunten vanwaar de tocht kon worden begonnen. In mei 334 was het Macedonische leger klaar voor de oversteek naar het Perzische Rijk. In totaal staken er ongeveer 48.000 soldaten over naar Azië. Dit waren niet allemaal Macedoniërs; er waren ook huurlingen en Griekse eenheden in dienst. De laatste eenheden dienden min of meer als gijzelaars die als garantie moesten dienen dat de steden in Griekenland rustig bleven. De Perzen hadden intussen de orde in het Rijk hersteld en konden zich nu met Alexander bezig gaan houden. De Perzen hadden een groot leger bijeen gebracht. De Perzen hadden hun positie zó gekozen dat Alexander gedwongen was om contact te maken met de Perzen, want zijn voedselvoorraad was door de grote hoeveelheid soldaten beperkt. In juni 334 troffen de legers elkaar bij het riviertje de Granikos. De veldslag werd een grote overwinning voor het Macedonische leger. De Perzen werden vernietigend verslagen en konden daarom geen invloed op de regio meer uitoefenen. Voor de Macedoniërs daarentegen lag het gebied nu open voor verdere operaties die tot doel hadden om een flinke buit binnen te halen en de kuststreek veilig te stellen. De Perzische vloot had nog steeds mogelijkheden om aanvallen uit te voeren op de Macedonische vloot die de verbindingen onderhield met het thuisland.

Alexander trok naar het zuiden en ontmoette weinig weerstand. In gebieden waar hij binnentrok kwam de lokale bevolking in opstand tegen de Perzische heersers en sloten een snelle vrede. Grote gebieden werden zo gepacificeerd. Alexander herplaatste wel bestuurders, maar nam het bestuursmodel wel gewoon over van de Perzen. Nieuwe gouverneurs kregen zelfs de Perzische titel 'satraap'. Maar niet alles zat mee. Zo duurde het beleg van Halikarnassos een lange tijd en het Macedonische leger leed verliezen zonder er iets mee op te schieten. Bovendien was de Perzische vloot in staat om de eerste maanden van 333 gebied te heroveren.

Alexander moest zijn opmars naar het zuiden staken en hield bij de plaats Gordion halt. Naar verluid zou in deze plaats een enorme knoop liggen. Degene die deze knoop kon ontwarren zou voorbestemd zijn om over Azië te heersen. Alexander kon de knoop niet ontwarren, maar hakte de knoop met zijn zwaard door.
Na deze korte episode besloten de generaals de Perzische vorst Darius III op te zoeken en met hem slag te leveren. De Perzische vorst bouwde in Syrië een kolossaal leger op. Bij Issos ontmoetten de legers elkaar. Het leger van Darius III was een stuk groter dan het Macedonische leger. Alexanders leger bestond uit iets minder dan 50.000 soldaten en ruiters. Hiervan waren er ongeveer 12.000 man in een grote falanx opgesteld. Het Perzische leger kende een eerste lijn die uit ongeveer 40.000 man bestond. Dáárachter kwamen er nog een tweede lijn en boogschutters. Na een zware strijd waren het echter toch de Macedoniërs die met een beslissende charge van de cavalerie het tij konden doen keren. Volgens de laagste schattingen werden er ongeveer 20.000 Perzen gedood. Niet alleen was er wederom een Perzisch leger verslagen, maar ook vielen er enorme hoeveelheden Perzische schatten in hadden van de Macedoniërs. Alexander was daarmee meteen van alle financiële problemen af. Tevens werden een aantal belangrijke leden van de koninklijke familie gevangen genomen. Alexander was voor zijn soldaten wederom een charismatische persoonlijkheid gebleken. Hij schuwde de strijd niet het minst en was regelmatig midden in het strijdgewoel te ontdekken. Door zich één met zijn soldaten te tonen kreeg Alexander een betere grip op het leger. 

Alexander trok na deze overwinning naar het zuiden, maar het Perzische gezag was, hoewel ernstig verzwakt, niet ingestort en de Perzen waren al weer bezig om een nieuw leger op de been te brengen. Tegelijkertijd probeerde Darius III onderhandelingen aan te knopen. Hoewel zijn voorwaarden gunstig waren, weigerde Alexander. Hij trok verder naar het zuiden, naar Egypte. Bij goed verdedigde steden als Tyros en Gaza moest het Macedonische leger af en toe flinke verliezen incasseren. Desondanks trok het leger gestadig op richting Egypte. De verovering van Egypte ging zeer eenvoudig, zeker vergeleken met de moeizame tocht door Syrië. Nadat Alexander eenmaal in Egypte de grootste weerstand had weggeschoven liet hij zich door de Egyptische priesters kronen en kreeg twee oude Egyptische titels: 'Horus, beschermer van Egypte' en 'geliefde van Amun, uitverkorene van Ra'. Alexander trok daarna door Egypte en stichtte in 331 de stad Alexandrië. Deze tocht diende geen militair doel. Egypte was onder de Grieken al een populaire bestemming en de oudheid van de beschaving werd door de Grieken altijd bewonderd. Toch was de verovering van Egypte niet geheel onbelangrijk: de Griekse staten werden vanuit Egypte van graan voorzien. Door de controle op de graantoevoer kon Alexander de staten definitief in zijn greep krijgen. 

Bron: Dieter Möckelmann, www.geschiedenis.nl


 


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: