Geplaatst op woensdag 10 april 2002 @ 18:55 , 757 keer bekeken
April is in Nederland en Vlaanderen filosofiemaand, zo heeft de boekenbusiness besloten. Maar wat vandaag in de media en de boekhandel voor filosofie doorgaat, heeft meestal weinig met wijsbegeerte te maken en neigt gevaarlijk naar mode of lifestyle. Back to basics dan maar, en naar de vader van de filosofie: Plato. Want die wordt gelukkig ook nog altijd uitgegeven.
.jpg)
Hoe in een notendop iets zinnigs vertellen over de Griekse filosoof van wiens werk iemand ooit zei dat de hele latere westerse wijsbegeerte er slechts een voetnoot van was?
Van in de Oudheid, via de Renaissance tot nu, van Aristoteles en Augustinus, tot Francis Bacons New Atlantis (1624) tot Jacques Derridas Khôra (1993) bleek men door deze werken gefascineerd. Toen men na de Middeleeuwen het Ptolemeïsche wereldbeeld ter discussie begon te stellen, nam men Timaios weer ter hand. Het is immers de eerste volledig bewaarde tekst die de genesis van mens en heelal probeert te verklaren. Copernicus en Galileo bestudeerden Platos Timaios.
Zoals steeds kreeg Platos tekst als titel de naam van diegene die dit keer Sokrates voornaamste gesprekspartner was: Timaios. Een belangrijke man uit Lokroi die de top van de filosofie zou hebben bereikt. Maar van een echt gesprek, zoals in Platos vroegere werk, is hier eigenlijk geen sprake meer. Het dient enkel als inleiding om dan plaats te maken voor Timaios monoloog. Deze doet ons Platos kosmologie, natuurfilosofie en antropologie uit de doeken.
Tellen tot drie
Sokrates opent de zitting met het tellen van de aanwezigen: een, twee, drie,... Tot zijn verbazing ontbreekt de vierde man. Een zekere Hermokrates zal als plaatsvervanger optreden en naar best vermogen de rol van de afwezige overnemen.
Het begin is net een toverformule. We tellen tot drie en ziedaar Platos wondere wereld:
allereerst de wereld van de perfecte Vormen, de Ideeën die onveranderlijk, eeuwig en puur rationeel zijn.
Ten tweede de zintuiglijk waarneembare wereld: de kopieën van de Ideeën, die veranderlijk en onvolmaakt zijn, die ontstaan en vergaan.
En dan de intrigerende derde soort: de ruimte, de khôra, die de reële wereld omvat en voedt als een moeder of een min.
Met de verwondering van een kind lees je de zo plausibel klinkende theorieën over de geboorte van het heelal, de beweging van de planeten, de meetkundige vormen van de vier elementen, de werking van lichaam en ziel. Alle fenomenen en waarnemingen krijgen hun verklaring: wat is bitter, wat zuur, wat zoet, wat rins? Wat zijn geuren, wat zijn kleuren? Wat is ziekte, pijn, passie? Alles past in een strak logisch systeem waar veel wiskunde aan te pas komt. Degenen die terugschrikken voor het rekenkundige snijwerk (...) is het voldoende om te weten dat in Timaios betoog wordt aangegeven dat de bewegingen van de hemellichamen (...) strikt regelmatig zijn. Het is vooral het samengaan van wetenschap en fantasie dat dit werk zo aantrekkelijk maakt. Heel wat theorieën zullen de hedendaagse mens ongetwijfeld een milde glimlach bezorgen. Maar hier geldt meer dan ooit: se non è vero, e ben trovato! En zoals Timaios zegt: ... wanneer je om bij te komen de betogen over wat eeuwig bestaat laat varen en je jezelf het genot schenkt je over aannemelijke verklaringen van het ontstaan te buigen, krijg je daarvan geen spijt en zorg je in je leven voor een goede en verstandige ontspanning.
Therapie
Dit is trouwens niet de enige goede raad die we krijgen. Plato beantwoordt de nog steeds zo prangende vraag hoe de mens het best voor lichaam en geest kan zorgen. Waarmee kan men die in stand houden? De therapie die hij voorstelt is eenvoudig en zal voor iedereen aanvaardbaar lijken. Er is één redmiddel: de ziel niet bewegen zonder het lichaam en het lichaam niet zonder de ziel. Dan zijn ze tegen elkaar opgewassen, waardoor ze gezond blijven en er evenwicht is. Zo zal de wiskundige of iemand met een ander vak dat veel inzet van de geest vergt, zijn lichaam beweging gunnen door aan sport te doen. Andersom moet iemand die veel aandacht besteedt aan lichaamsvorming die ziel op haar beurt beweging gunnen, daarbij kan hij kunst gebruiken en alle vormen van wijsbegeerte. Anders verdien je het echt niet om mooi én goed te worden genoemd. En mooi en goed, kalos kagathos zijn, was voor de Athener in de vijfde eeuw voor Chr. het enige doel.
Atlantis
Plato slaagt erin van een wetenschappelijk betoog (ont-)spannende lectuur te maken. Na Timaios zware kost over het universum zullen we als bonus Kritias beschrijving van het mythische, volgens Plato en ook anderen historische, Atlantis te horen krijgen. In het begin van Timaios krijgen we van Kritias al een amuse-gueule: De teksten vermelden namelijk hoe jullie staat (Athene) eens een wereldmacht een halt toeriep die zo overmoedig was om ergens vanaf de Atlantische Oceaan tegen heel Europa en Azië op te trekken. ... Er kwam een gruwelijke dag en nacht waarop jullie complete strijdmacht door de aarde werd verzwolgen, terwijl tegelijk het eiland Atlantis door de zee werd verzwolgen en verdween. De geschiedenis van Atlantis blijkt de ideale manier te zijn om de superioriteit van Athene nog eens goed in de verf te zetten.
De blijvende fascinatie van de westerse mens voor Atlantis is duidelijk: van cd-rom-spelletjes voor kinderen, een recente Disney-verfilming, tot de titel van een literair tijdschrift. Zelfs in hedendaagse popsongs vind je er verwijzingen naar. Gorillaz zingen "I wanna get down lower than Atlantis". Hoe populair kan een mythe (?) zijn?
Na afloop van Timaios krijgen we van Kritias dan eindelijk in geuren en kleuren een schets van het fantastisch goed gestructureerde Atlantis. Het was het Griekse land van melk en honing, volgens Plato gelegen ergens in de buurt van Gibraltar. De ideale staat met Poseidon als stamvader en beschermgod. Een staat die uitmuntte in welvaart en rechtvaardigheid. Zolang de bevolking van Atlantis haar aloude wetten respecteerde, kon ze haar goddelijkheid in stand houden: Hun bedoelingen waren namelijk oprecht en in alle opzichten edel, en ze stelden zich zachtmoedig op tegenover het altijd wisselende lot en tegenover elkaar. (...) ze bleven overeind omdat ze zich niet dronken lieten maken door in rijkdom te zwelgen en zo de greep op zichzelf te verliezen. Ze bleven nuchter en zagen scherp dat je door gedeelde vriendschap die met het goede samengaat tegelijk meer van deze dingen krijgt, terwijl je ze door ze na te jagen en ze ernstig te nemen juist verspeelt en daarbij ook het goede kwijtraakt. Het wegebben van hun goddelijkheid en het feit dat hun menselijke aard de bovenhand kreeg, maakte de Atlantiden overmoedig, ze konden de weelde niet meer aan en verloren hun fatsoen. Voor diegenen die niet konden zien wat het ware, voorspoedige leven is, leken ze juist op dit moment, nu ze gevuld waren met onrechtvaardige hebzucht en macht, op hun mooist en gelukkigst! Maar Zeus doorzag wat er aan de hand was en besloot hen te straffen. Het vervolg is bekend.
Literair testament
Het vervolg krijgen we jammer genoeg niet in Kritias te lezen. De gang van woorden stopt heel abrupt. Net wanneer het echt spannend wordt, net wanneer Zeus beslist Atlantis te doen ondergaan. Timaios is immers het laatste volledig afgewerkte filosofische gesprek van Plato. Aan het derde luik van wat een trilogie had moeten worden, de uiteenzetting van Hermokrates, kwam hij nooit toe. Daarom beschouwt men dit werk zowat als Platos literaire testament. Bij het einde van zijn leven mijmert hij over de geboorte van de wereld. De geboorte, het begin dat van alles het mooiste en het puurste is. Zoals de bron waaruit de rivier ontspringt.
PLATO, Verzameld Werk 10 - Timaios, Kritias in de vertaling van Hans Warren en Mario Molegraaf, 2001, Amsterdam, Uitgeverij Bert Bakker, ISBN 90-351-1870-7.
Bron: De Financieel-Economische Tijd, 10.04.2002, Annemie SMEKENS