Geplaatst op zaterdag 13 oktober 2001 @ 11:34 , 3355 keer bekeken
Geschiedenis:
Iran is al millennia lang een gebied waar verschillende culturen en beschavingsinvloeden elkaar kruisen. Er waren diverse volkeren gevestigd, die sinds de prehistorie elk hun bijdrage hebben geleverd aan de ontwikkeling van de grote, oude oosterse beschavingen. Die culturele verscheidenheid heeft de vroege ontwikkeling van Iran bepaald. Het belangrijkste culturele centrum van Iran bevond zich in de provincie Khuzistan, gelegen in een laagvlakte die aan Mesopotamië grensde, dat andere grote rijk. Khuzistan vormde als het ware de poort tot het Iraanse hoogland, dat bekendstond om zijn rijkdom aan grondstoffen. Door de geschiedenis heen ontstonden dikwijls gewelddadige conflicten, vooral met Mesopotamië dat arm aan grondstoffen was. Maar ook in het Noorden, in Centraal-Azië en de Zuid-Russische steppen, volstonden de natuurlijke grenzen niet om invallen te voorkomen. Aan deze geografische omstandigheden ontleende de cultuurhistorische ontwikkeling van Iran haar dynamiek.
De overgang van jagen en voedsel vergaren naar een gerichte voedselproductie kreeg in Iran reeds omstreeks 8000 voor Christus een vaste vorm. De eerste akkerbouwers vestigden zich in het Zagrosgebergte. De inwoners van de kleine dorpen met eenvoudige lemen woningen experimenteerden met graan- en veeteelt. Er zijn uit die oertijd stenen werktuigen, vijzels, maalstenen en potten uit aardewerk gevonden. Er ontstond ook gaandeweg een netwerk van verreikende ruilhandel, waardoor uitheemse cultuurplanten en gedomesticeerde dieren een ruime verspreiding kenden.
Omstreeks 3000 v. Chr. moet in Iran de bevolking sterk toegenomen zijn, wat parallel liep aan de ontwikkelingen in het naburige Mesopotamië. De regionale culturen in het Iran van toen kan men vandaag slechts aan de hand van prachtig beschilderde keramiek onderscheiden, zoals keramische drinkbekers beschilderd met geometrische motieven.
Het noorden van Iran zou de ontwikkelingen in Anatolië, de Kaukasus en Centraal-Azië volgen. Vanaf 1500 voor Chr. drongen vanuit de Zuid-Russische steppen grote bevolkingsgroepen binnen in het noordwesten en noordoosten van Iran. Zij zouden later de Meden en de Perzen genoemd worden. De nieuwe inwijkelingen begonnen zich rond 1000 voor Chr. in diverse kleine koninkrijken te organiseren. De nieuwkomers brachten niet enkel hun taal mee, maar ook een materiële cultuur. Uit de begraafplaatsen van die cultuur zijn er vooral de bronzen standaarden met dierenmotieven uit Luristan in West-Iran die getuigen van de hoge technische kennis en artistieke begaafdheid van de inwijkelingen. Bijzonder elegant zijn ook de keramische snavelkannen, afkomstig uit de archeologische site Marlik Tepe in Noord-Iran. Het zijn stukken die 3.000 jaar oud zijn.

Versierde snavelkan van Tepe Sialk (Isfahan, Centraal Iran) 900-800 jaar voor Christus
Gouden drinkbekers
In de klassieke oudheid ontwikkelde het Perzische rijk zich tot een imperium met een tot dan toe ongekende omvang. Onder Cyrus de Grote (559-530 voor Chr.) werden de Perzische stammen verenigd en de rivaliserende Meden bedwongen en ingelijfd. Met de verovering van heel Iran, Afghanistan, grote delen van Centraal-Azië, Anatolië en Babylon, legde Cyrus de Grote de basis voor het eerste wereldrijk uit de geschiedenis. Daarmee werd Cyrus de Grote de grondlegger van de dynastie van de Achaemeniden. Zijn opvolgers, de krankzinnige koning Cambyses, Darius de Grote en Xerxes, slaagden erin de grenzen van hun rijk een tijdlang tot aan Nubië, Thracië, de Ageïsche Zee en zelfs tot aan het noordwesten van India uit te breiden.
Het machtscentrum van de Achaemeniden verplaatste zich steeds: het bevond zich daar waar de koning verbleef. Het enorme rijk werd meestal vanuit een van de drie hoofdsteden, Persepolis, Susa en Ekbatana, geregeerd, maar soms ook vanuit Babylon. De omvang van het territorium verlangde van de Perzen een grote religieuze en culturele tolerantie ten opzichte van de onderworpen volkeren. Door een doelgerichte versmelting van traditionele Iraanse elementen met invloeden uit de onderworpen gebieden, bevorderden de Achaemeniden het ontstaan van een eigen culturele identiteit. De schitterende zilveren en gouden vaten en drinkbekers zijn representatieve voorbeelden van deze kunst.

Rituele drinkbeker met de vorm van een leeuw, 550-450 voor Christus uit Ekbatana, westelijk centraal-Iran
Griekse invloeden
In 331 voor Christus luidden de troepen van Alexander de Grote het einde van de Achaemeniden in. Hun rijk was reeds daarvoor ondermijnd door interne onrust. De plotselinge dood van de jonge koning Alexander de Grote in 323 voor Christus leidde onder de Griekse veldheren tot een langdurige strijd om de opvolging. Die strijd werd in 312 voor Christus door Seleucus Nicator in zijn voordeel beslecht. Hij werd de stichter van de dynastie van de Seleuciden. De Seleuciden regeerden een rijk, dat de vroegere Achaemenidische provincies van Syrië tot aan Centraal Azië en het dal van de Indus omvatte. De strategische beveiliging van dit staatsgebied gebeurde via de stichting van talrijke Griekse koloniën en garnizoensplaatsen.
Vanaf 224 tot 642 na Christus werd Perzië geregeerd door de dynastie van de Sassanieden. Hoewel de Sassanieden zich tot de leer van Zarathustra bekeerden, duldden zij in hun rijk ook het christendom, jodendom, manichaïsme en boeddhisme. De Sassanieden waren in een reeks van eindeloze oorlogen verwikkeld met de Romeinen, Byzantium en Mesopotamiërs. Omstreeks 600 na Christus bereikte het rijk van de Sassanieden zijn grootste omvang. Toch was het op dat moment zo verzwakt door interne conflicten, dat de Sassanieden niet opgewassen waren tegen de opmars van de islamitische troepen uit Arabië. Uit de uitgebreide artistieke productie van de Sassanidische periode zijn de prachtig versierde zilveren schalen gekend.

Zilveren schaal, versierd met vrouwelijke muzikanten; uit Mazandaran (noord Iran); 8ste eeuw voor Christus
Onder de islam
Iran zou vanaf 642 na Christus islamitisch worden. De bevolking was het constante oorlog voeren, de openlijke corruptie en overmatige belasting beu. De islamitische Arabische verovering werd als een bevrijding beschouwd. Iran werd voortaan een deel van een kalifaat dat vanuit Damascus werd geregeerd. In Iran kwamen een aantal min of meer onafhankelijke, met elkaar concurrerende vorstenhoven tot stand, die zich ook tot culturele centra ontwikkelden. Daarbij werden de oude Sassanidische tradities overgenomen en in de islamitische context opgenomen.
Er zijn veel zilveren, keramische en glazen voorwerpen uit de vroege islamitische periode te zien in diverse musea.
Kom versierd met vogel, 10de-11de eeuw voor Christus, waarschijnlijk uit Mazandaran (Noord Iran)