Een van de laatste munten van Julius Caesar

Geplaatst op zaterdag 28 februari 2009 @ 19:58 , 2716 keer bekeken

Alle geschiedenisboeken zijn het er over eens, Julius Caesar was zonder twijfel een van de belangrijkste heersers ooit. Hij was ook de eerste Romein die een portret van zichzelf op een munt liet slaan. Wie was deze man?

Van democratie naar alleenheerschappij...

Vanaf 480 voor Christus ontwikkelde het Romeinse Rijk zich als een echte republiek. De waarden «gelijkheid» en «democratie» werden hoog in het vaandel gedragen. De leiding van de staat was in handen van de Senaat, die bestond uit mensen gerecruteerd uit de bovenste lagen van de bevolking. Tijdens de volksvergadering kon het hele volk samen beslissen over cruciale zaken die iedereen aanbelangden. De uitvoerende macht berustte dan weer bij jaarlijks wisselende magistraten. Deze magistraten dienden steeds hun macht en bevoegdheden te delen met verschillende collega's.

In de eerste eeuw voor Christus brak de zogenaamde «Romeinse Revolutie» uit. Burgeroorlogen die voornamelijk het gevolg waren van de enorme expansie van het Romeinse Rijk, verscheurden het land. De bestuurselite werd gereorganiseerd in dienst van één man, de keizer. De overgangsperiode van de republiek naar het keizerrijk werd gekenmerkt door chaos. Het was niemand minder dan Julius Caesar die de tijd van de keizers inluidde.

Julius Caesar

In 60 v.C. kwam Julius Caesar samen met Pompeius en Crassus aan de macht. Deze drie heersers vormden een «triumviraat» of een driemanschap, dit wil zeggen dat ze met z'n drieën over het Romeinse Rijk heersten. Maar Caesar snakte naar meer macht. Uitgekookt als hij was, plande hij heel zorgvuldig zijn greep naar de alleenheerschappij.

In 53 v.C. raakte Caesar één van zijn concurrenten kwijt. Crassus overleefde de veldslag die hij uitvocht met de Parthen niet. Caesar diende nu enkel nog af te rekenen met Pompeius. Voor zijn terugkeer naar Rome had Caesar reeds enige voorbereidingen getroffen. Zo stuurde hij geld naar zijn aanhangers. Deze moesten op hun beurt dat geld gebruiken om sympathisanten aan te spreken. Caesar streed naar eigen zeggen voor de «vrijheid van het volk», terwijl zijn vijand Pompeius zich opwierp als voorvechter van de «vrijheid van de Senaat». Helaas schatte Pompeius de situatie verkeerd in en werd hij samen met zijn aanhangers gedwongen Rome te verlaten. Ondertussen regende het voorstellen tussen beide partijen, maar tot een compromis kwam het nooit. De vredesvoorstellen waren louter propaganda. Pompeius' vertrek uit Rome gaf een slechte indruk, maar hij had een plan. Hij zou zich in Griekenland gaan vestigen om daarna Caesar in Italië te omsingelen.

In april van het jaar 49 v.C. naderde Caesar en zijn gevolg Rome. Nadat hij Rome onder controle had gekregen, deed hij iets geheel onverwacht. Hij stuurde een aantal van zijn troepen naar Spanje om de greep van Pompeius op dat gebied te breken. Caesar slaagde in zijn opzet en keerde terug naar Rome. Daar werd hij, zij het slechts voor elf dagen, tot dictator benoemd. Toen de beloofde oorlogsbuit uitbleef, gingen de troepen van Caesar aan het muiten. Maar bij gebrek aan andere potentiële leiders, bleef Caesar aan de macht en besloot hij om met zijn leger naar Griekenland te trekken om daar Pompeius' leger finaal in de pan te hakken. Pompeius werd verslagen en vluchtte naar Egypte, waar hij uiteindelijk werd vermoord. In 48 v.C. werd de afwezige Julius Caesar opnieuw benoemd tot dictator, ditmaal kreeg hij een mandaat voor één jaar. Om zijn machtspositie te handhaven zou Caesar nog drie oorlogen voeren. Eind december van het jaar 47 v.C. versloeg Caesar zijn republikeinse tegenstander, Cato. Toen dit nieuws Rome bereikte, werd Caesar op verschillende manieren gehuldigd. Bovendien kreeg de triomferende veldheer opnieuw het dictatorschap aangeboden, ditmaal voor maar liefst tien jaar.

Caesar zelf was ervan overtuigd dat hij de touwtjes stevig in handen had, maar een groep gefrustreerde senatoren zon op wraak. Op 15 maart in het jaar 44 v.C. werd Caesar vermoord te midden van de senaat door maar liefst 23 dolksteken. Na Caesar brak de tijd van de keizers aan. Allen wilden in zijn voetstappen treden, maar geen enkele Romeinse keizer slaagde erin om de naam en faam van Julius Caesar te evenaren.

Het muntportret van Julius Caesar

Met de trots en de ijdelheid van Caesar wordt de dag van vandaag nog steeds gespot, denk maar aan de avonturen van Asterix en Obelix, waarin voortdurend met hem de draak wordt gestoken. Dit wordt enkel bevestigd door het feit dat hij de eerste levende Romein was die op een Romeinse munt werd afgebeeld. Door zichzelf op zijn munt te laten afbeelden, wilde Julius Caesar duidelijk maken aan al zijn onderdanen dat hij de alleenheerser was van het Romeinse Rijk. Bovendien zag Caesar in, dat munten een uitstekend medium waren, want in een tijd zonder kranten, televisie en internet was het niet eenvoudig om als leider propaganda te voeren.

Als we de denarius uit 44 v.C. waarop Julius Caesar staat afgebeeld eens van naderbij bekijken, zien we op de voorzijde zijn portret. Mogelijk diende een portret in was of in marmer als model voor dit muntportret. De Romeinse veldheer kijkt naar rechts, naar de toekomst en draagt een lauwerkrans. De lauwerkrans was een teken van overwinning, daarnaast stond hij ook symbool voor politiek en religieus leiderschap. Het portret van Caesar wordt geflankeerd door een opschrift: «Caesar dict perpetvo», dit wil zeggen: «Caesar, dictator voor het leven».

Op de keerzijde van de munt zien we een vrouw. Zij stelt de godin Venus voor. Julius Caesar beweerde van deze godin af te stammen en het was zij die hem aan alle triomfen had geholpen. In haar linkerhand houdt ze Victoria vast, het teken van de overwinning. Met haar rechterhand houdt ze een scepter vast. Onderaan de scepter ziet men een soort van stervormig schild dat men gebruikte tijdens de oorlog. De scepter en het schild stonden dan weer symbool voor oorlog. Zoals bleek uit de biografie van Julius Caesar was het voeren van oorlog één van zijn hoofdactiviteiten. Naast de afbeelding van Venus zien we een naam geschreven: «P. Sepvllivs Macer», dat was de naam van één van de vier muntmeesters of «monetales» die verantwoordelijk waren voor de muntslag. Zij zetten de graveerders aan het werk en volgden de activiteiten in het muntatelier op de voet.

Na de dood van Caesar gingen alle Romeinse keizers munten slaan met hun eigen portret als beeldenaar. Tot op de dag van vandaag laten vorsten en heersers munten slaan met zichzelf erop, misschien niet om propaganda te voeren, maar om net als Julius Caesar een plaatsje in de geschiedenisboeken te verwerven.

 

Bron: Ineke Meul, Museumgids Nationale Bank van België, www.nbb.be  


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: