Geplaatst op donderdag 17 mei 2007 @ 11:23 , 2099 keer bekeken
Julius Caesar en zijn legerstaf,
zoals geschilderd door Jean-Léon Gérôme
Inleiding
"Heel Gallië bestaat uit drie delen: het eerste bewonen de Belgen, deel twee de Aquitaniërs en het derde degenen die in hun eigen taal Kelten heten, maar die wij Galliërs noemen."
Zo begint Gaius Julius Caesar zijn boek Commentarii de bello Gallico over de verovering van het gebied wat hij zelf héél Gallië noemt. Met deze zin begint de historie van de lage landen; de periode hiervoor noemen we prehistorie vanwege het gebrek aan schriftelijke bronnen.
Preciezer gezegd begint hier de protohistorie; er zijn namelijk wel schriftelijke bronnen, maar deze zijn niet door de bewoners zelf geschreven maar door vreemdelingen, voornamelijk Romeinen zoals Julius Caesar.
Dit heeft natuurlijk grote gevolgen voor de kennis over de volkeren die niet tot de Romeinen behoren. Zij worden bekeken door de (gekleurde) Romeinse bril, waarbij de Romeinen de rol van de beschavers, en de niet-Romeinen de rol van barbaren met enthousiasme spelen.
Een goed voorbeeld hiervan is een veel geciteerd stukje van Plinius de Oudere die zijn militaire dienstplicht in ons land vervulde en bij de vulkaanuitbarsting van de Vesuvius in het jaar 79 omkwam:
"Er woonde daar wel een heel armzalig volk op hoge terpen en eigengebouwde stellages, zodat hun huizen uitsteken boven de hoogst bekende waterstanden. Wanneer de golven het omliggende land overspoelen lijken de bewoners op zeelieden, maar ze lijken schipbreukelingen als het water geweken is. Dan jagen ze rond hun hutten op de vissen die met het zeewater proberen te vluchten. Ze hebben geen andere drank dan regenwater dat ze bewaren in kuilen op de voorhof van hun huizen. En deze mensen bestaan het -als ze tegenwoordig door de Romeinen worden overwonnen- te verklaren dat ze hun vrijheid hebben verloren!"
De combinatie van het woord 'terp' en 'vrijheid' maakt een kleine 2000 jaar na dato nog altijd duidelijk dat hij het over de Friezen heeft. De Friezen zijn één van de volkeren die de Romeinen in Nederland aantroffen, behalve de al eerder genoemde Belgen. Daarnaast kennen we een lange reeks van andere volkeren, waarvan lang niet altijd duidelijk is wat de onderlinge verhoudingen of verschillen geweest zijn. Ook is vaak niet duidelijk waar hun woongebied geweest is en hoe lang ze hebben bestaan.
Maar voor dit land geldt nog een ander probleem; Nederland is een rivierdelta die door een duinenrij van de Noordzee wordt afgeschermd. Dit betekent dat tijdens de Romeinse tijd een groot deel van Nederland continu veranderde. Gebieden overstroomden, andere vielen droog. Slenken en rivieren ontstonden, en slibden weer dicht. Het buitendijkse waddengebied heeft nog altijd een dergelijk veranderlijk karakter.
In de Romeinse tijd was men veel meer afhankelijk van de natuur dan nu, en dit soort omstandigheden en veranderingen zullen een grote invloed hebben gehad op de bewoners. Maar hoe dit precies gewerkt heeft is meestal niet te zeggen. Toch is het goed om in het achterhoofd te houden dat het Nederland van toen een andere kustlijn had, de rivieren een andere loop volgden, en het land een andere begroeiing kende. En dat deze continu veranderde.
De verovering van Nederland (57 BC tot 47 AD)
De verovering van Nederland door de Romeinen, had voornamelijk een strategisch doel. In de jaren die eraan voorafgingen waren Germanen Gallië binnengetrokken en de verovering was vooral bedoeld om deze aan de overkant van de Rijn te houden en verdere verovering van centraal Gallië door de Romeinen mogelijk te maken. Om deze redenen begon Gaius Julius Caesar in 57 BC zijn verovering in de noordelijkste rand van het gebied (tot ongeveer de Waal), om het zo te omsingelen en hulp van buitenaf onmogelijk te maken. Een groot gedeelte van zijn leger bestond uit barbaren; Keltische bondgenoten van de Romeinen zoals bijvoorbeeld de Remi, die de Franse stad Reims haar naam gegeven hebben.
Het zwaarste verzet komt van de Belgische stammen als de Bellovaci en Eburones. Julius Caesar vermoedt dat hun kracht zit in de ervaring die ze hebben opgedaan in hun oorlogen met de Germanen.
Voor Julius Caesar is het verschil tussen de Kelten en Germanen voornamelijk geografisch; Kelten wonen aan de ene kant, Germanen wonen aan de andere kant van de Rijn. In hoeverre de Rijn een grens was in culturele zin is niet altijd duidelijk. De Griekse geograaf Strabo, die overigens nooit in Keltische of Germaanse streken geweest is, schrijft;
"De Germanen verschillen wel een beetje van het Keltische volk, in die zin dat ze wilder, langer en blonder zijn. Maar voor het overige, wat betreft hun uiterlijk en levensgewoonten, zijn ze zoals ik gezegd heb dat de Kelten zijn."
Als we ons even concentreren op Nederland, dan lijkt er toch wel degelijk een grens te bestaan ten hoogte van de Rijn. Ten noorden wonen de Frisii, ten zuiden hiervan andere stammen die meestal onder de Belgen gerekend worden: de Menappii (Vlaanderen, Zeeland) en de Eburones (Brabant, Limburg). De Eburones worden in 53 BC door Caesar vogelvrij verklaard en verslagen. Omdat we daarna nooit weer wat van hen horen is het waarschijnlijk dat ze uitgemoord en/of gevlucht zijn. Zo weet één van hun leiders, Ambiorix, te ontkomen.
Aangezien het lager gelegen deel van Nederland een andere landbouw vereiste dan het hoger gelegen deel, wordt dit verschil in stammen ook in landbouwmethodes uitgedrukt. Ten noorden van de Rijn bedreef men globaal gesproken meer veeteelt dan in het zuiden. Als we ook nog eens bedenken dat de Friezen voornamelijk op terpen woonden, en de Menapen niet dan wordt duidelijk dat de Romeinse kennis over het verschil in levenswijze (en dus cultuur) tussen de verschillende barbarenstammen tekort schiet. Maar ja, voor ons lijken alle Chinezen ook op elkaar.
In 50 BC is heel Gallië veroverd en kan Julius Caesar na een machtsstrijd die enkele jaren duurt zijn triomftocht houden in Rome in 46 BC. Hij is nu dictator voor het leven, wat betrekkelijk kort zou blijken te zijn. Twee jaar later wordt hij vermoord door een samenzwering van senatoren waarvan Brutus de bekendste is. Weer ontstaat een machtsstrijd, ditmaal tussen Octavianus (de neef en aangenomen zoon van Julius Caesar) en Marcus Antonius. In 27 BC is Octavianus de definitieve winnaar en wordt hij als keizer Augustus de eerste keizer van de Romeinen, en is de periode die we het principaat noemen begonnen.
Het één en ander betekende dat tussen 50 BC en 12 BC er weinig activiteiten door de Romeinen in Nederland ondernomen zijn. Ditzelfde kan niet van de barbaren gezegd worden. Een reeks van nieuwe barbaarse stammen lijkt het gebied tussen de Belgen en de Friezen ingelijfd te hebben. Ook het verdwijnen van de Eburones zal hieraan hebben bijgedragen. De Romeinse historicus Tacitus verteld ons onder andere van de Bataven, de Cananefaten, de Texuandri, de Tungri en de Frisiavones, hoewel misschien niet allen in deze tijd gearriveerd zijn.
In ieder geval sluit de veldheer Drusus, in 12 BC met de Bataven een verdrag. Hiermee werd feitelijk de grens opgeschoven van de Waal naar de Rijn, terwijl de Bataven geen schatting betaalden maar soldaten zouden leveren. Deze had Drusus nodig om de plannen voor de verovering van het Germaanse gebied van de Rijn tot aan de Elbe te realiseren.Met dit doel liet hij enkele militaire steunpunten bouwen en een deel van de rivier de Vecht kanaliseren.
Het eerste volk dat hij ten noorden van de Rijn onderwierp waren de Friezen, hoewel er, net als bij de Bataven, weinig reden is om aan te nemen dat dit met veel strijd gepaard gegaan is. De schatting die hij hun oplegt is mild, en als hij tijdens een storm voor de kust in problemen raakt wordt hij door hen gered. Ook leveren de Friezen hulptroepen. Drusus dringt door tot aan de Elbe, maar overlijdt snel daarna.
Deze halfgelukte veroveringspoging wordt nog enkele keren herhaald. Zo wordt de Romeinse veldheer Varus in het jaar 9 AD verslagen bij het Teutoburgerwoud door Germaanse stammen onder leiding van Herman, een Cherusk die in het Romeinse leger gediend had en bekender is onder zijn Latijnse naam Arminius. Ook de zoon van Drusus, Germanicus hield zich bezig met de verovering van Germania. Hij is verantwoordelijk voor de bouw van het vlootstation Fectio bij het huidige Vechten in 12 AD, maar ook het legerkamp Trajectum op het huidige Domplein in Utrecht en de kolonie Colonia Agrippina (Keulen), genoemd naar zijn vrouw Agrippina.
In het jaar 28 komen de Friezen in opstand. Volgens Tacitus omdat de Romeinen de bestaande schatting op slinkse wijze verzwaarde: Hadden de Friezen eerst hun belasting in runderhuiden betaald, nu moesten zij hetzelfde aantal huiden van de niet in Friesland voorkomende oeros leveren. Hoe aannemelijk dit ook mag klinken, het lijkt een gezochte verklaring. Er deden al Friezen mee aan de opstand van Arminius, en aan de opstand van de Friezen van 28 AD deden onder andere de Chauken óók mee (en die betaalden geen belasting). Er was niet veel nodig om de vlam in de pan te doen slaan. De Germanen waren blijkbaar minder onder de indruk van het almachtige Romeinse leger dan historici. Misschien dat ze doorhadden dat de Romeinen afhankelijk waren van barbaarse hulptroepen (zoals de Bataafse) en barbaarse soldaten (zoals Arminius). Tenslotte verloren de superieure Romeinen te vaak een veldslag, zoals die bij het Teutoburgerwoud.
Ook de opstand van de Friezen sijpelt lang door. Pas in 47 AD weet de veldheer Corbulo deze met de verovering van de Friezen te beëindigen. Nog geen drie jaar later besluit keizer Claudius de verovering van Germania af te blazen, de Rijn wordt nu definitief de grens van het Romeinse Rijk.
Wel wordt in dezelfde tijd Brittannia veroverd, onder andere met behulp van Bataafse en Friese soldaten.
Dit is het laatste deel van de Romeinse veroveringen in het westen van Europa. Hierna zouden de Romeinen zich vooral richten op de beheersing en verdediging van hun Rijk. Langs de Rijn zou een rij legerplaatsen ontstaan die penetratie door barbaren tegen moest gaan. De Nederlandse gebieden van het Rijk bleven derhalve volledig in het teken van het leger staan, dit in tegenstelling tot de gebieden die verder bij de grens lagen, zoals Hispania of de centrale delen van Gallië.
De limes Nederland (50 AD tot 340 AD)
De verdedigingslinie in Nederland, ook wel de limes genoemd, werd in het jaar 50 AD definitief, maar dit betekende niet dat het rustig werd. De Romeinen legden een rij verdedigingswerken aan die langs de Rijn liep. De tussenliggende gebieden bestemden zij voor hun leger, maar in werkelijkheid waren ze onbewoond. Deze gebieden oefenden een aantrekkingskracht uit op de omringende volkeren.
Zo reizen de Friezen Verritus en Malorix in 58 AD naar Rome om aan keizer Nero toestemming te vragen om hier te mogen wonen. Hoewel men hier al een generatie blijkt te wonen geeft de keizer geen toestemming. Omdat men zich hier niets van aantrekt wordt er een legerkorps gestuurd om ze te verjagen.
Als Nero tien jaar later zelfmoord pleegt en er weer een machtsstrijd onder de Romeinen uitbreekt die ontaardt in een heuse oorlog tussen de legeraanvoerders Vitellius en Vespasianus, slaat de vlam ook hier weer in de pan. De Bataaf Gaius Julius Civilis (die net als Arminius in het Romeinse leger diende) kiest de kant van Vespasianus. Als deze de machtstrijd van Vitellius wint, maar de barbaren door blijven vechten, wordt duidelijk dat het om een opstand gaat. Behalve Civilis en de Bataven, doen ook de Cananefaten onder hun leider Brunno mee. Net als bij eerdere opstanden sluiten vele andere Germanen, zoals de Friezen, zich weer aan. Het lukt Civilis aanvankelijk de grens te veroveren, maar uiteindelijk weten de Romeinen, onder aanvoering van Cerialis, de opstand te bedwingen. Kenmerkend is dat de Bataafse opstand in 70 AD beïndigd wordt met een onderhandeling. Vergelijken we dit met het optreden van Julius Caesar tijdens de verovering, en dan vooral zijn behandeling van opstandige stammen als de Eburones, dan valt het verschil meteen op.
Over het algemeen laten historici na de machtsstrijd tussen Vitellius en Vespasianus een periode beginnen die men de Pax Romana ofwel Romeinse Vrede heeft genoemd. Deze vrede wordt vaak letterlijk opgevat, zo schrijft dr. A van Hulzen; "Na de opstand van de Bataven brak een lange tijd van vrede aan; ook in het Bataveneiland kwam rust en voorspoed. Een Romeinse vloot waakte tegen aanvallen uit het vrije Germanië." Het was dus een rust en vrede die onder andere bestond uit aanvallen uit Germanië. Ook in een recenter boek van L Mulder, A Doedens en Y Kortlever wordt deze periode als Pax Romana behandeld; "Het keizerschap van Vespasianus (69-79) begon met veel geweld, maar luidde uiteindelijk toch een tijd van vrede in, die voortduurde tot het begin van de derde eeuw." Kortom, vrede en rust tussen pakweg 79 AD en 200 AD.
In Nederland begint de rust met een versterking van de grens. De houten castra worden vervangen door stenen gebouwen, zoals in Noviomagus (Nijmegen) in het jaar 90 AD. De eerdere opstanden en de Germaanse invallen zullen de noodzaak hiervan al bewezen hebben. De opstand van de Joden, die zal eindigen in hun verspreiding, is in dezelfde periode. In Britannia bouwt keizer Hadrianus (117-138) een muur om de aanvallen van de Keltische stammen van Caledonia tegen te houden. Aan de oostelijke grens van Romeinse Rijk vechten de Romeinen en de Parthen vrijwel de hele periode die wij kennen als de Romeinse vrede. Kortom, uit deze kleine bloemlezing wordt al wel duidelijk dat Pax Romana niet al te letterlijk genomen moet worden.
Eigenlijk bestaat er slechts op één punt rust, zij het dat het op een zeer belangrijk punt is. Er is al eerder gewezen op het feit dat de opvolging van de keizer steevast ontaardde in een machtsstrijd en een burgeroorlog. Vanaf Vespasianus tot aan de moord op keizer Commodus in 192 AD weet men dit te voorkomen. De Romeinse vrede is vooral een vrede van Romeinen onderling, en heeft maar weinig betrekking op de barbaren. Deze tijd is mede daardoor dé bloeitijd van het Romeinse Rijk.
De Nederlandse gebieden die tot het Rijk behoorden hebben gedeeld in deze bloeitijd. Het Romeinse leger trok als vanzelf een economische bedrijvigheid aan. Met name de zuidelijkste gebieden zijn 'geromaniseerd', hoewel Nederland altijd tot de periferie van het Rijk behoort heeft.
Over de invloed van de Romeinen buiten hun eigen gebied moeten we voorzichtiger zijn. Lang is aangenomen dat met name de Friezen op grote schaal met de Romeinen handelden. Dit leek te worden bevestigd door de vele vondsten van Romeinse origine op de Friese terpen. Een recente opgraving van een terp in Wynaldum lijkt daar toch nuance in te brengen. Hoewel er zoals gewoonlijk veel Romeins materiaal gevonden is, werd door de archeologische datering duidelijk dat een groot deel, zo niet het grootste deel, pas in de vroege middeleeuwen daar terecht was gekomen. Het gedeelte dat wél tijdens de Romeinse tijd was geïmporteerd bleek vooral uit de beginperiode te komen. Dit is de tijd dat Friesland veroverd werd door de Romeinen en men Germania nog wilde veroveren (eerste eeuw) en juist niet tijdens de Pax Romana (tweede en begin derde eeuw).
Na de vermoorde keizer Commodus is het Septimius Severus, een soldaat uit de provincie Africa, die zich van 193 tot 211 keizer mag noemen. Weet hij als despoot de Pax Romana nog te bewaren, na hem begint de chaotische tijd van de soldatenkeizers. Net als voor Vespasianus bevindt het Rijk zich vrijwel continu in een machtsstrijd. Iedere zichzelf respecterende legeraanvoerder kroont zichzelf tot keizer, maar vervelender is de neiging om deze macht in Rome met het leger op te halen. Veel macht en invloed buiten de stad Rome lijken deze keizers trouwens niet gehad te hebben.
Het is een buitenkans die de Germanen zich niet laten ontglippen. Nu doen de Franken en de Saksen hun intrede in de geschiedenis. De Germanen steken omstreeks 250 AD de Rijn en de Donau over, en trekken het Rijk in. In 270 steekt men zelfs de Alpen over om door Aurelianus (één van de Romeinen die zich in deze tijd keizer noemde) teruggeslagen te worden. In Nederland verlaten de legioenen, net als tijdens de Bataafse opstand, hun vestigingen aan de limes.
Het lukt de Romeinen een deel van het verloren gebied terug te winnen, maar de nieuwe grens is de Waal en niet langer de Rijn. Germanen, waaronder de Franken en Friezen nemen bezit van het verlaten gebied. Hetzelfde gebied waar al eerder tijdens Nero om gevraagd was.
Waar de Bataven zijn gebleven is een historisch raadsel. Vermoedelijk is een (geromaniseerd) deel met de Romeinen meegetrokken en heeft de rest zich aangesloten bij de Franken. De Franken waren namelijk van oorsprong een bond van stammen. Op basis van hun (geografische) herkomst worden ze ingedeeld in twee groepen; De Ripaurische Franken uit de gebieden rond de Rijn bij Keulen, en de Salische Franken, die in het gebied van de IJsel (Isala, vandaar Salisch) hun oorsprong vonden.
Twee hervormende keizers, Diocletianus (284-305) en Constantijn (306-337), redden het Rijk nog van de ondergang. Nu eindigt de periode die we principaat noemen, en begint het dominaat. In Constantinopel wordt een tweede hoofdstad gesticht, hervormingen op het gebied van belastingen en legerorganisatie worden doorgevoerd, en Constantijn bekeert zich tot het christelijk geloof. Dit alles zou het Romeinse Rijk in het oosten nog meer dan duizend jaar doen overleven. Maar in het westen was men onmiskenbaar begonnen met de aftocht.
De terugtocht uit Nederland (337 AD tot 406 AD)
Één van de hervormingen op het gebied van het leger zijn de zogenaamde foederati; Germaanse stammen die in plaats van het Romeinse leger de grens bewaken. Dit betekende tevens dat deze stammen binnen het Rijk kwamen te wonen. De Romeinen hadden altijd al veel gebruik gemaakt van barbaren in hun leger en in principe zit er niet zo veel verschil tussen de barbaarse hulptroepen van Julius Caesar van 57 BC en de foederati van de vierde eeuw. Maar de theorie klopte niet met de praktijk.
In Nederland werden de Franken en Friezen rond 340 AD als foederati ingezet en kreeg men dus toestemming om binnen het Rijk te gaan wonen. Dat men vervolgens meer gebied innam dan was afgesproken is tekenend voor de nieuwe verhoudingen. Er was maar weinig wat de Romeinen hiertegen konden uitrichten.
De facto is de Romeinse macht nu uit Nederland verwenen en als in de laatste jaren van de vierde eeuw de Hunnen ook nog eens Europa intrekken en de Germanen op drift raken, is de chaos compleet.
In 402 AD trekken de Goten Italië binnen. De verdediging van Rome is in handen van de Vandaal Stilicho, ook een Germaan dus, die in 406 AD de grenstroepen van de Rijn terugroept om zich te concentreren op de verdediging van Italië. In de laatste dagen van 406 AD trekt een horde Germanen (voornamelijk Vandalen) de Rijn over het Rijk binnen. Nog zeventig jaar zit er in Rome een door Germanen uitgekozen keizer. In 476 AD heeft de Vandaal Odoacer er genoeg van en dumpt Romulus Augustulus, de laatste keizer zonder Rijk.
De Romeinen in Nederland
De Romeinen zijn uiteindelijk vier en een half eeuw in Nederland geweest. De castra's en andere verdedigingswerken die men langs de Rijn aanlegde zijn de basis geworden voor een rij steden en plaatsen die nog altijd bestaan. Ook de bestuursindeling van het Romeinse zuiden is, via de kerk, lang onveranderd gebleven. Hoewel de bestuurstaken heel anders waren geworden.
De grootste invloed van het Romeinse Rijk kwam pas later. De echte romanisering begon met de Carolingische rennaissance, de 'echte'rennaissance, het humanisme,en het classicisme.
Ook moge het duidelijk zijn dat de Romeinen in Nederland altijd, als bewonersgroep, de minderheid geweest zijn. De grootse groep behoorde tot de barbaren, die voor een deel binnen en voor en deel buiten het rijk woonden. Het reconstrueren van het verhaal van de barbaren buiten het rijk is een stuk lastiger dan die van het Romeinse deel.
Het lijkt er op dat deze groep in aantal toenam, de bevolking groeide. Totdat, redelijk plotseling, dit omsloeg in een daling. De bewoning van het noorden werd zelfs zo klein, dat er niet zonder reden zelfs getwijfeld wordt of ze niet zelfs helemáál is verdwenen. Tussen ca 300 AD en ca 400 AD zijn de meeste bewoners verdwenen.
Bron: http://nog1.web-log.nl/nog1/geschiedenis/index.html
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: