"Gladiator" en de waarheid over de spektakels in het oude Rome

Geplaatst op zaterdag 12 januari 2002 @ 17:02 , 3552 keer bekeken

Met ,,Gladiator'' is er na jaren opnieuw een spektakelfilm over het oude Rome. Maar de historische betrouwbaarheid is er niet op vooruitgegaan. De film zegt meer over het moderne Amerika dan over het Romeinse keizerrijk.

De gladiatoren liepen op een rijtje de arena binnen, keerden zich naar de keizer en...,,Zij die...gaan sterven...groeten u.'' Ondanks een gigantisch productiebudget, ondanks de vermaningen van Harvard zien we een a-historisch partijtje stoeien met het Goede Oude Rome. Hier een overzichtje van de fouten. Op al die dingetjes waar ze totaal verkeerd zitten na, is het helemaal geen slechte film.
- Zij die gaan sterven, groeten u. Dit is een van de hardnekkigste mythen van de wereld van het amfitheater, die je zelfs terugvindt, je houdt het niet voor mogelijk, als titel van een plaat van AC/DC. Jammer dat de gladiatoren die woorden nooit uitspraken voor ze met het gevecht begonnen. ,,Wel'', hoor ik sommigen onder jullie al zeggen, ,,wat doe je dan met de verwijzing van Suetonius in de "De Twaalf Keizers" naar de pseudo-zeeslag op het meer van Fucine?'' Ja, je hebt inderdaad die ene verwijzing in de klassieke literatuur naar de uitspraak, maar het waren geen gladiatoren die het zeiden. Het was een bende gevangenen die gedoemd was om te sterven in een pseudo-zeeslag die door keizer Claudius was georganiseerd. (En ironisch genoeg, die kerels kwamen niet om. Claudius verleende na het gevecht de meesten van hen genade.) Wat de gladiatoren wel zeiden wanneer ze bij het de begin de eed aflegden die hun lot als gladiator bezegelde, was veel pakkender : ,,Ik onderwerp me aan het verbranden, vastketenen, slaan en gedood worden met een ijzeren wapen.''
- Rijen gladiatoren die tegelijk op elkaar inhakken. Echte gladiatoren vochten telkens per twee, niet in van die massale sensurround knokpartijen zoals die in Gladiator worden getoond. Door de ovale vorm van de Romeinse arena's, zoals je die vandaag nog ziet bij de voetbalstadions, konden de strijders oprukken en terugtrekken langs de lengte-as. De Romeinen wilden de techniek van de vechters bekijken, ze wilden zich concentreren op- en genieten van de vaardigheden van de gladiatoren. Er bestonden veel gladiatorstijlen, maar vier ervan genoten de absolute voorkeur. De enige stijl die je gegarandeerd op film ziet, is de kerel met het net en de drietand (de "retiarius", afgeleid van het Latijnse woord voor net), die meestal vocht tegen de "murmillo", de gladiator die gewapend was met een kort zwaard en een klein schild en die een helm met een vis op droeg. Probeer vandaag maar eens een gladiatorfilm te vinden met een kerel met een vishelm. Dan had je de Thraciërs en de secutors, beiden gewapend met lichtjes andere zwaarden, schilden en wapenuitrusting. (Voor het geval je je dat zou afvragen: Spartacus was een Thraciër.)
- Een gevecht tot de dood. Sorry voor de teleurstelling, maar niet alle gladiatoren stierven in de arena. Dat wil niet zeggen dat het er niet ruw aan toeging. (Zie hogergenoemde eed.) Maar aan het einde van de kamp waarin je op het punt stond om je eigen hoofd op een schaal cadeau te krijgen, kon je een knieval doen, je helm afnemen, één vinger opsteken en naar de scheidsrechter kijken. (Een scheidsrechter?? Ja, die was er, en hij werd "summa rudis" genoemd.) Als je goed genoeg had gevochten, dan werd je misschien gespaard. Blijkbaar moet er wel zoiets geweest zijn met de duim omhoog/omlaag. (In elk geval, duim omlaag. Het teken dat je in leven mocht blijven, was waarschijnlijk duim tegen wijsvinger.) Als je bijzonder goed had gevochten, kon je geld winnen of een gouden kroon. Misschien kon je zelfs met pensioen gaan. En de vrouwen waren gek op de macho gladiatoren. Een Romeinse schrijver vermeldt zelfs de goede gewoonte waarbij een scheiding werd aangebracht in het haar van een nieuwe bruid met de punt van een speer die gedoopt was in het bloed van een gladiator. Er was duidelijk genoeg gladiatorenbloed voorradig.
- En in deze hoek, de leider van het Romeinse keizerrijk. Er heeft een keizer Commodus bestaan, en dat was inderdaad een rotzak, zelfs in vergelijking met al die anderen. Commodus genoot van het onthoofden van struisvogels en van het doodknuppelen van gehandicapten. Maar hoeft het nog gezegd: hij werd niet neergestoken in de arena door een ex-generaal die tot slaaf was gemaakt en dan gladiator was geworden. Maar gladiatorgevechten waren zo aantrekkelijk dat af en toe een wet moest worden aangenomen om leden van de hogere klassen in Rome te verbieden om op de vuist te gaan in de arena. De meeste gladiatoren waren slaven, criminelen of krijgsgevangenen. Af en toe kwam het voor dat een vrijgeborene die tot over zijn oren in de schulden zat, zichzelf in ruil voor geld aan een gladiatorschool verkocht. Maar de prijs op sociaal vlak was hoog : gladiatoren werden eerloos verklaard, zonder wat voor rechten dan ook die de zeer klassebewuste Romeinse burgers bezaten. In feite zaten ze in dezelfde marginale hoek als de prostituees en de acteurs.
- De dood heeft vrijaf. Gladiator is een heel erg bloederige film, het bloed spuit uit de afgehakte ledematen en de wormstekige verwondingen. En toch geeft hij vooral een schoner beeld van wat de Romeinen in de arena te zien kregen. Er gebeurden daar onnoemelijke dingen. Zoals met veel zaken bij de Romeinen, was ook dit spektakel zeer goed georganiseerd. Dit is wat een Romeinse arena-bezoeker kon verwachten van een topprogramma : 's ochtends, dierenjacht. De omvang van het keizerrijk, dat zich uitstrekte van Noord-Afrika tot Groot-Brittannië, werd geïllustreerd door de grote aantallen exotische dieren die naar Rome werden overgebracht: giraffen, tijgers, panters, luipaarden, bizons, neushoorns, olifanten... Soms werd de arena ook versierd met kunstmatige landschappen met fonteinen en heuvels, een echt openlucht-terrarium waar de dieren in rondliepen. Dan kwamen handige jagers die de dieren opjoegen en doodden. Het tweede deel was het ombrengen van gewone misdadigers. Sommigen werden aan de wilde dieren gevoerd, ze werden gewoon vastgebonden aan palen en werden smakkend opgepeuzeld. Andere gevangenen werden levend verbrand. Een spetterende favoriete manier van executeren gebeurde met een brandbare jas die de "tunica molesta" werd genoemd: de gevangene moest dan een hemd aantrekken dat in pek was gedrenkt. De Romeinen werden steeds creatiever en begonnen ook hun favoriete mythen en legendes opnieuw op te voeren. De puntdichter Martialis schreef dat een Romein in het Colosseum kon gaan kijken naar de mythe van Orpheus die met zijn muzikaal talent wilde dieren temde. Maar in de arenaversie was Orpheus een ter dood veroordeelde gevangene die maar weinig kon aanvangen met zijn harp op het moment dat hij door een beer aan stukken werd gereten. Voor de legende van Pasiphaë en de stier werd een vrouwelijke gevangene in een soort raamwerk opgesloten, en dan kwam de stier naar buiten en... laten we daar maar niet op doorgaan. 's Middags kwam het hoofdgebeuren : de gladiatoren. Het was heel erg duur om gladiatoren op te leiden, ze onderdak en voedsel te geven. Stel je een kruising voor tussen een bokser en een renpaard, met een snuifje rockster. Dat talent zou je niet vergooien in een wedstrijdje van niks. Soms vochten ze maar een of twee keer per jaar. En als ze dat deden, dan moet dat erg indrukwekkend zijn geweest. Heel wat Romeinen vonden het een inspirerend schouwspel. Plinius schreef: ,,Eergevoel en het verlangen om te winnen waren zelfs bij slaven en criminelen duidelijk aanwezig.'' In 180 na Christus, het jaar waarin Gladiator zich afspeelt, hadden de Romeinen al vierhonderd jaar naar gevechten gekeken. De arena was geen puur entertainment zoals we dat nu kennen. Het was een levende incarnatie van de Romeinse samenleving. Het was een illustratie van de reikwijdte van die samenleving, zowel geografisch als op sociaal vlak. Het kijken naar criminelen die een pijnlijke dood stierven, toonde aan dat het Romeinse gerecht hard en onverbiddelijk was. Het kijken naar slaven die in bijzonder nauwe schoentjes zaten, was een herbevestiging van de positie van de senatoren en de hoogwaardigheidsbekleders in het publiek. Maar het was vooral een manier waarop keizers, bestuurders van een provincie en zelfs plaatselijke hoge omes op een verre, armoedige buitenpost hun macht en vrijgevigheid konden demonstreren om elkaar op grote schaal mee te overtreffen. Hoe excessiever het spektakel dat men organiseerde, hoe langer je naam bleef voortleven. Blijkbaar heeft dat nog gewerkt ook.
Maar niet iedereen was er wild van. Critici klaagden dat het een wrede uitspatting was, nefast voor de zelfdiscipline, waar vooral de lagere klassen zich toe aangetrokken voelden. Maar de spelen bleven nog tot een flink eind in de vierde eeuw doorgaan, zelfs na een officieel verbod door de christelijke keizer Constantinus. Voor ons is het gemakkelijk om terug te schrikken voor het zinloze geweld en de monstrueuze bloeddorstigheid van de oude Romeinen. Maar wie zegt dat onze huidige fascinatie voor het kijken naar politieagenten die dronken vrouwenmishandelaars in de boeien slaan op de tonen van flarden reggaemuziek, of voor televisieprogramma's waarin transseksuelen voor ze worden geopereerd emotioneel roepen om hun moeder, of voor pseudomiljonairs die met een volslagen onbekende trouwen, wie zegt dat al die dingen over een paar eeuwen misschien wel als een beetje verkeerd zullen worden beschouwd ? Dat maakt van Gladiator een film die meer zegt over het huidige Amerika dan over het oude Rome. Dat is tenminste wat Kathleen Coleman zegt, prof aan Harvard, een van de belangrijkste experts ter wereld over gladiatoren en adviseur bij de film van Scott. Maar het zinnetje ,,Zij die gaan sterven...'' moest, niettegenstaande negatief advies in de film want ,,Kathy, schat, zonder dat zinnetje zou het geen gladiatorfilm zijn.'' was het antwoord. Bron: De Standaard - 21/06/2000


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: