Geplaatst op zondag 24 november 2024 @ 11:29 , 26 keer bekeken
Ik zal niet snel zeggen dat de Oudheid belangrijk is. Misschien is ze dat, maar dat kunnen we maar zelden vaststellen. Weliswaar beweren oudheidkundigen regelmatig dat de toenmalige samenleving de onze beïnvloedt (een recent boek van de Belgische classicus Patrick De Rynck heeft zelfs als ondertitel “Hoe de oude Grieken en Romeinen ons leven nog altijd bepalen”) maar zulke sociaalwetenschappelijke claims zijn doorgaans lastig te staven. Er zijn maar een stuk of wat uitzonderingen, en één daarvan is het christendom. Van die antieke religie is vormende werking uitgegaan op alle daarop volgende eeuwen en op velerlei terrein. Die agency, om de jargonterm te gebruiken, is wetenschappelijk en overtuigend bewijsbaar. Het antieke christendom heeft daarom niet alleen grote betekenis voor onze hedendaagse samenleving, want het vormde haar, maar heeft tevens wetenschappelijk belang, want dit is waar oudheidkunde haar belang toont.
Het antieke christendom is bovendien interessant omdat er veel misverstanden over bestaan. Allerlei verouderde visies blijven maar herhaald worden, ook door wetenschappers. Ze negeren het belang van de in 1994 gepubliceerde Dode-Zee-rol die bekendstaat als 4QMMT. En dat is jammer. 4QMMT (“Enige werken der Wet”) plaatst het ontstaan van het christendom in een geheel nieuw licht.
Om het te begrijpen, moeten we terug naar Luthers visie op een passage uit Paulus’ Brief aan de Galaten. Daarin schrijft de apostel dat niemand wordt gered door de “werken van de Wet”, wat Luther uitlegde als de “goede werken” waarmee volgens de katholieke kerk iemand invloed kan hebben op zijn plaats in het hiernamaals. Luther meende dat daartoe alleen het geloof in Christus relevant was. Feitelijk gaat het hier om Gods genade: Luther beweerde dat het jodendom, dat iemands plaats in de wereld die zou komen afhankelijk zou hebben gemaakt van het voldoen aan allerlei wetjes en regeltjes, niet de genade zou hebben gekend die het christendom wel bood. Luthers visie is natuurlijk een wonderlijke vertekening van de religie van mensen die geloven door God te zijn uitverkoren.
4QMMT bewees nu dat de “werken van de Wet” niet dezelfde waren als “goede werken”. Het bleek een manier te zijn om aan te geven dat iemand de Wet van Mozes volgde en dus Joods was. Paulus wilde zeggen dat een Joodse achtergrond geen betekenis had voor de redding van de gelovige op de Jongste Dag. Paulus breidde daarmee de definitie van het uitverkoren verbondsvolk uit. Deze herinterpretatie van Paulus staat bekend als het Nieuwe Perspectief op Paulus. Het maakt hem normaler, want dit was destijds geen ongebruikelijk Joods standpunt.
De discussie over het Nieuwe Perspectief ligt alweer een tijdje achter ons. Inmiddels gaat het over zaken als de plaats van Paulus binnen het jodendom. Wie bang was voor de Jongste Dag, hoefde, volgens Paulus, geen Jood te worden, want volgens de profetieën zouden Joden én andere volken gered worden. Zijn verzet tegen Wetsnaleving bij niet-Joodse christenen was dus geen breuk met het jodendom.
Dat Paulus staat binnen het jodendom, is nogal een omslag, zeker als je bedenkt dat hij lang gepresenteerd is geweest als feitelijk de eerste christen. Deze omslag is maar één van de vele voorbeelden van de wijze waarop de auteurs van het Nieuwe Testament binnen de sfeer van het jodendom bleven. Waar het op neerkomt, is dat het Nieuwe Testament niet alleen een christelijk boek is, maar ook een joods boek. De wegen gingen pas uiteen toen keizer Domitianus ongekend harde maatregelen nam om de Fiscus Judaicus (een Romeinse belasting) te innen, maatregelen die joodse en niet-joodse christenen anders troffen.
Het Nieuwe Testament is een joods boek. Het christendom begon niet met Paulus. Die bleef joods. Domitianus deed de wegen uiteen gaan. Dat zijn, ietwat scherp geformuleerd, vier inzichten die er dertig jaar geleden nog niet waren. De term “wetenschappelijke revolutie” is voor minder gebruikt. We zouden kunnen zeggen dat christenen moeten ophouden zich het Nieuwe Testament toe te eigenen, want het is niet alleen van hen. De joods-christelijke relaties zijn de laatste jaren opnieuw geformuleerd en het veranderde perspectief werpt nieuw licht op een aspect van de oude wereld waarvan, zoals gezegd, vormende werking uitgaat op onze samenleving.
Ik schreef zojuist dat de op 4QMMT gefundeerde uitleg van de Brief aan de Galaten slechts één voorbeeld was. Voor andere voorbeelden kunt u daar terecht. Maar u kunt nog beter het anderhalve week geleden verschenen boek raadplegen dat ik al enkele keren noemde: het Nieuwe Testament met Joodse toelichtingen. Het is een vertaling van het commentaar dat in The Jewish Annotated New Testament was toegevoegd aan een Engelse vertaling, overgeheveld naar de NBV21-vertaling, geactualiseerd en voorzien van aanvullingen.
Eigenlijk zou iedereen met belangstelling voor de Oudheid (en de betekenis van de Oudheid voor ons) dit boek moeten raadplegen. U vindt er veel informatie die belangrijk maar onvoldoende bekend is. Simpel gezegd: zoals dit jaar Kerstmis samenvalt met Chanoeka, zo vallen christendom en jodendom veel meer samen dan wetenschappers tot voor kort dachten.
Ik houd er wel van de dingen af en toe scherp te zeggen om mensen wat te prikkelen. Maar ik overdrijf oprecht niet als ik zeg dat in ons taalgebied het Nieuwe Testament met Joodse toelichtingen de belangrijkste oudheidkundige publicatie is in jaren.
[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]
Bron: Jona Lendering; Mainzer Beobachter, https://mainzerbeobachter.com.
Welkom bij Clubs!
Kijk gerust verder op deze club en doe mee.
Of maak zelf een Clubs account aan: