Boek "De val van Rome" van Adrian Goldsworthy

Geplaatst op donderdag 21 mei 2009 @ 02:18 , 1225 keer bekeken

200903181301811.jpg

Het Romeinse Rijk was een lange tijd oppermachtig: geen andere staat ooit heeft over alle landen rond de Middellandse Zee geheerst. De Romeinen vormden niet alleen een politieke en militaire grootmacht, maar waren hun tijd ook ver vooruit op het gebied van retoriek, wetgeving, literatuur, wegenbouw en architectuur.

In de vierde eeuw werd het Rijk gesplitst in een westelijk en een oostelijk deel en niet lang daarna kwam het West-Romeinse Rijk ten val. Over de oorzaken bestaan vele theorieën. Er wordt gesuggereerd dat wereldrijken een onafwendbare levenscyclus van opkomst en ondergang doorlopen. De rol van het opkomende christendom, grote Europese migratiestromen, interne strubbelingen en de decadentie van de macht worden als verklaring genoemd.

In een breed opgezet boek vertelt Adrian Goldsworthy het complexe, dramatische, spannende verhaal van de ondergang van Rome: over bloedige invasies en barbaarse staatsgrepen, corrupte keizers, sluwe hovelingen en de talloze kleurrijke burgers wier levens op het spel stonden. Het resultaat is geschiedschrijving in de beste, ouderwetse zin: een prachtig verteld verhaal met kleurrijke personages dat ons denken over de val van Rome verdiept en nuanceert.

Als mensen iets van het Romeinse rijk weten, is het dat het ten onder is gegaan. Dat is ongetwijfeld het bekendste feit over het oude Rome, zoals Julius Caesar de beroemdste Romein is. De ondergang van Rome is gedenkwaardig omdat het rijk zo lang standhield - in Italië en de westelijke provincies meer dan vijfhonderd jaar na de dood van Caesar en drie keer zo lang in het oosten, waar keizers tot de vijftiende eeuw vanuit Constantinopel heersten. Het Romeinse rijk was ook ongewoon groot - geen andere macht heeft ooit het hele Middellandse Zeegebied beheerst - en liet in veel landen sporen na. Nog steeds zijn zijn monumenten indrukwekkend - het Colosseum en Pantheon in Rome, en de theaters, aquaducten, villa's en wegen in de provincies. Tot de negentiende eeuw zou geen andere staat een zo uitgebreid netwerk van geplaveide wegen aanleggen - en in veel landen zou dat er pas in de twintigste eeuw komen. Vooral bezoekers van musea en monumenten vinden het Romeinse rijk vaak zeer modern en hoogontwikkeld - glasramen, centrale verwarming, badhuizen en dergelijke. Dat maakt de ondergang van Rome des te opmerkelijker, vooral omdat de wereld die uit zijn puinhopen verrees zo primitief lijkt. De uitdrukking 'donkere middeleeuwen' heeft zich in de hoofden van de mensen vastgezet, ook al gebruiken deskundigen die term al lang niet meer.

904670081Xb.jpgWaarom Rome ten onder is gegaan is een van de grote vragen van de geschiedenis. In de Engelstalige wereld wordt 'ondergang' steeds gekoppeld aan 'verval', want de titel van Edward Gibbons monumentale werk heeft zich sterk in het bewustzijn genesteld. Tot de dag van vandaag is geen achttiende-eeuws geschiedenisboek zo regelmatig in diverse vormen gepubliceerd. Heel veel boeken zijn over het onderwerp geschreven, sommige zelfs scherper in hun analyse, maar niet één heeft het ooit kunnen opnemen tegen The History of the Decline and Fall of the Roman Empire, een van de meesterwerken van de Engelse literatuur. Op latere leeftijd zei Gibbon graag dat het zijn lot was historicus te worden en het grote thema van de ondergang van Rome te boekstaven. Hij had het over een speciaal moment van inspiratie: 'Op 15 oktober 1764, toen ik tussen de ruïnes van het Capitool zat te mijmeren, terwijl de blootsvoets lopende monniken in de tempel van Jupiter vespers zongen, kwam ik voor het eerst op het idee het verval en de ondergang van de stad te beschrijven.'

Gibbon kwam met diverse versies van dit verhaal en laadde zo de verdenking op zich zijn herinneringen aan te dikken of zelfs te verzinnen. Anderzijds komt elke bezoeker met enige verbeeldingskracht al gauw op zulke gedachten, want in het centrum van het oude Rome lijken heden en verleden zeer nabij. De 'blootsvoets lopende monniken' zie je niet meer zo vaak en aan de rand van het Forum staan nu de alomtegenwoordige verkopers, die bij een weersverandering razendsnel van zonnebrillen op paraplu's overschakelen. Zelfs de massa's toeristen die over de Via Sacra trekken, geven je het gevoel van de drukte en het rumoer van de antieke stad, die eens net zo druk en levendig was als de hem nu omringende moderne stad.

Rome is niet alleen een museum, maar ook een levendige gemeenschap, de hoofdstad van een modern land en het centrum van de katholieke kerk. Wat aan de antieke grootsheid herinnert, staat vlak naast huizen, kantoren en restaurants. Rome stond nooit leeg, hoewel de stad in de eeuwen na zijn ondergang enorm in bevolking afnam. Een flink aantal andere moderne steden is ook gebouwd op Romeinse fundamenten, wat nog aan hun roostervormige stratenplan te zien is. Andere Romeinse steden verdwenen volledig, en die in afgelegen gebieden leveren een paar van de meest romantische ruïnes op die nu te zien zijn. Toen het Romeinse rijk ten onder ging, hield het leven niet zomaar op in de landen die onder zijn gezag hadden gestaan. De context van het leven veranderde zeker, soms ingrijpend en snel, maar in andere gevallen veel geleidelijker. De kenners van deze periode hebben al lang duidelijk gemaakt dat de donkere middeleeuwen niet totaal donker waren, hoewel ze in vergelijking met de Romeinse periode in elk opzicht behoorlijk donker waren. Veel zaken, zoals machtsuitoefening en handel, kregen meer een lokaal karakter, en vaak was de wereld een gevaarlijker plek, waarbij invallen en oorlog tussen naburige gemeenschappen een reële mogelijkheid waren. Al vrij snel was er niemand meer met het geld of de kunde om grote monumenten zoals theaters, aquaducten of wegen te bouwen. Op den duur werd het zelfs moeilijk de reeds bestaande bouwsels te onderhouden. De deskundigen verschillen zeer van mening over wanneer, hoe en waarom het Romeinse tijdperk overging in het begin van de middeleeuwse wereld die in de volgende eeuwen vorm kreeg. Geen van hen twijfelt er echter aan dat zo'n overgang plaatsvond.

De val van Rome
Originele titel: The Fall of the West. The Long, Slow Death of the Roman Superpower
Auteur: Adrian Goldsworthy
518 pagina's (plus kaarten, foto's, chronologie, woordenlijst, bibliografie, register)
ISBN 978 90 263 21771
Uitgeverij Ambo, A'dam / VBK, Wommelgem, 2009
www.amboanthos.nl
Prijs: 34,95 euro

Over de val van het Romeinse Rijk zijn sinds Edward Gibbon (1776-1781) al veel studies geschreven. De meeste auteurs zochten de oorzaak bij de Germanen (300-400), Hunnen (350-450), Wisigoten (410) of Ostrogoten (500). Goldsworthy, al bekend door zijn boeken over Caesar en Carthago, begint zoals Gibbon met een heel lange aanloop in en zelfs voor 180, toen het rijk nog floreerde. De kaart op pagina 38-39 illustreert dat. Hij benadrukt de crisismomenten in de 3de eeuw, in de vorm van geregelde burgeroorlogen, andere interne conflicten en de eerste vreemde invallers. Diocletianus en Constantijn konden nog even voor herstel zorgen, maar in de 4de eeuw werd de opdeling in twee of vier definitief, in de 5de eeuw volgde de instorting en in de 6de eeuw de mislukte poging van de oostelijke keizer Justinianus (527-565) om het Westen te heroveren.

Daarna zag de wereld er voorgoed heel anders uit. Volgens James O'Donnell, The ruin of the Roman Empire, 2009, was Justinianus zelfs de echte schuldige voor de ondergang van het Westen, omdat hij het gezag van de Ostrogoten weigerde te erkennen en door zijn invasie de bevolking verder uitputte en zo de weg vrijmaakte voor de inval van de Langobarden. Goldsworthy houdt het eerder bij de interne conflicten en beschouwt de verovering van de Afrikaanse graanschuur door de Vandalen (429-442) als de zwaarste slag. Zijn verklaringen zijn dus niet revolutionair. De verklaringen voor de val van Rome vormen slechts een onderdeel van zijn heel lang relaas over de periode van 161 tot 640 n. C.

9026321430.gifHij vertelt daarbij over zeer veel andere onderwerpen: de herkomst van de keizers, hun curriculum vitae, opgang, privé-leven, de eerste handelscontacten tussen Rome en China in 166, ten tijde van Marcus Aurelius (pagina 55), althans volgens Chinese bronnen. Of over Perzië, de nieuwe vijand in de 3de eeuw n. C., die de economie van het rijk zwaar onder druk zette, uitgebreid over het Christendom, de zoektocht naar nieuwe slaven , toen de veroveringen ophielden. Maar iets te weinig over de afname van de bevolking, het dalend aantal eigen soldaten, de opname van Germaanse soldaten om de grenzen te verdedigen tegen Germanen en andere invallers.

Goldsworthy kan schitterend vertellen, zoals hij ook al aantoonde in zijn "Caesar" en zijn "Carthago", hij heeft een soepele pen, hij weet enorm veel, hij schrijft een prachtig boekwerk over die vijf eeuwen, met overzichtelijke kaarten, heldere schema's, een zeer uitvoerige en gedetailleerde chronologische tabel, prachtige kleurenfoto's, typeringen van volkeren die het Romeinse Rijk bedreigden en van hun aanvoerders, heel veel details en personalia, maar iets te weinig focus op de oorzaken zelf van de val. Nog één detail: Goldsworthy blijft de slag van Varus en Arminius situeren in het Teutoburgerwald in plaats van de recentere hypothese, namelijk in de omgeving van Kalkriese. Het boek is zijn prijs meer dan waard. (Tekst: Jef Abbeel)


Welkom bij Clubs!

Kijk gerust verder op deze club en doe mee.


Of maak zelf een Clubs account aan: